Skip to main content

“Als jij nog eens in de zending terechtkomt, heb je daarom gebeden”, zei de moeder van Coby Visser ooit. “Vaak zong ik namelijk ‘zend ook mij in de wereld’, al besefte ik niet echt wat ik zong. Naar Afrika? Ver van huis en een andere taal leren? Dat was niets voor mij.” 

“En toch ben ik met Hessel hier in Botswana terechtgekomen”, vertelt Coby Visser. “Hij zou naar Indonesië gaan en als hij daar klaar was, zou hij verder trekken. Ik had Engels lang geleden laten vallen en met alleen Duits kom je niet ver, dus moest ik aan de studie. Toen alles onmogelijk leek, werd ik bemoedigd door een kaart in ons postvak: ‘Met vreugde zult gij uitgaan’ (Jesaja 55). Het was de eerste keer dat ik zo werd bemoedigd, het zou vaker gebeuren op moeilijke momenten. De weg naar Indonesië werd afgesloten – we zouden naar Papoea-Nieuw-Guinea gaan – maar uiteindelijk werd het dus Botswana: bij de Bosjesmannen in de woestijn. Hier was een Bijbelvertaler nodig. We gingen voor drie maanden, wat drie jaren werden en uiteindelijk meer dan dertig jaar.” 

“We werden destijds geconfronteerd met een totaal andere cultuur. Moesten wij deze mensen helpen om op ons niveau te brengen? Het ideale leven? Vaak denk ik: kwam ik hier om hun iets te leren of moest ik bijgeschaafd worden? Ik moest veel leren. Pas als ik mijn eigen leven goed op de rit heb, kan ik anderen helpen, dacht ik. Ik begreep niet dat iemand die honger had, het koekje dat ze kreeg doormidden brak en niet helemaal voor haarzelf hield. De helft was voor haar kind. Mensen kunnen hier niet sparen, wel delen!” 

Lezen en luisteren
“Het kwam goed van pas dat ik juf geweest was, want een Bijbel moet je kunnen lezen. Over Gods voorbereidend werk gesproken! Ik ben begonnen om te helpen bij de kleuterschool en ben zo verder gegaan met leesboekjes maken. De taal stond nog niet op schrift en nu gaat er per januari 2022 op de scholen in de Naro-taal les gegeven worden.” 
“Er is hier echter geen leescultuur, geen boekwinkel te vinden in het dorp. Alleen de Bijbel is te koop, maar … wie leest het Nieuwe Testament? Men is meer op het gehoor gericht: horen, onthouden en doorgeven. Daarom is Scripture Engagement nodig: mensen met het Woord verbinden. Dat is mijn taak. We hebben het Nieuwe Testament opgenomen en op audiospelers gezet. Terwijl bijvoorbeeld de was wordt gedaan, wordt geluisterd naar het Woord van God. In workshops leren we mensen de Bijbelverhalen vertellen aan anderen. Deze workshops geven we met zeven mensen, want je doet hier alles met een groep. Er zijn vier leiders, en drie anderen vertellen de Bijbelverhalen. Zo’n team levert ook kritiek op elkaar, bijvoorbeeld op een slechte vertaling of als iets wordt vergeten.”
“De bedoeling is dat de verhalen aan anderen worden doorgegeven. Daarom stellen we vragen als: wat leer je hiervan? Heb je zoiets weleens meegemaakt? Iemand liet na afloop weten: ‘M’n vader heeft me in de steek gelaten, maar door de Bijbelverhalen heb ik geleerd dat God mijn Vader wil zijn.’”  

“Een andere vorm van Scripture Engagement is een cursus traumagenezing die we geven naar aanleiding van verhalen uit de Bijbel. Daarnaast geven we psalmen-workshops. Liederen zijn namelijk erg belangrijk, die worden gedeeld. Zo hoorden we van een meisje dat jong overleed dat ze veel getuigd had door haar liederen. En ook als we bijvoorbeeld het nieuws bespreken, proberen we iets van het Woord door te geven. Zo zijn we altijd op zoek naar mogelijkheden om het Woord te delen.”  

Weergaven: 5