Defensie doet er weer toe. Na jaren bezuiniging gaat het budget voor defensie weer omhoog. Door de situatie in Oekraïne en de koers die de presidenten van Amerika en Rusland varen, beseffen we in Nederland dat het van belang is om een goed leger te hebben. We hebben goed opgeleide soldaten in dienst van het koninkrijk der Nederlanden nodig. Ook in het Koninkrijk van God doet defensie ertoe. We hebben immers te maken met de Boze, die graag meer en meer invloed heeft op het grondgebied van ons leven. Paulus wijst er in Galaten 5 op dat we geestelijk moeten marcheren. In de HSV lezen we in vers 16 en in vers 25 over wandelen. In vers 16 staat: ‘Wandel door de Geest.’ In vers 25 staat: ‘Laten we door de Geest wandelen.’ Deze vertaling gebruikt in het Nederlands dezelfde werkwoorden, maar in het Grieks is er een duidelijk verschil. In vers 16 gaat het over wandelen als levenswandel. Welke kant je op gaat in het leven. In vers 25 staat een woord dat ‘wandelen met discipline’ betekent. Je zou kunnen zeggen: marcheren. Het is een term die ook wel militair wordt gebruikt. Volgens Paulus is een gelovige iemand die marsorders opvolgt. Een christen is een gelovig militair die door de Geest vastberaden marcheert. Er mist dus iets wezenlijks als je zegt door de Geest te leven, maar niet marcheert. Dat kan niet. Wie leeft door de Geest leert steeds beter marcheren.
‘Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen’
~ Galaten 5:25
Dat kost wel wat. Dat blijkt ook wel als je vers 24 leest: ‘Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.’ Paulus schreef eerder in de Galatenbrief dat hij met Christus gekruisigd is. Dat is passief. Maar hier is het actief. De Geest maakt je bereid om keuzes te maken. Je eigen vlees kruisigen. Hartstochten en begeerten kunnen heel sterk zijn, maar de Geest leert om die te kruisigen, opdat we proactief onze dienstplicht vervullen. Let erop, Paulus zegt niet dat je vanzelf marcheert als de Geest in je gaat werken. Het gaat vaak niet vanzelf. Als de Geest gaat werken, dan is dat vaak in strijd met onze hartstochten en onze verlangens. Dat staat haaks op onze tijdgeest, waarin een groot appel wordt gedaan op ‘volg je gevoel!’ en ‘doe wat goed voelt voor jou!’. De Geest kan inderdaad in lijn werken met ons gevoel, maar heel vaak gaat het tegen onze vleselijke begeerten in. Onze hartstochten en begeerten moeten we kruisigen om des te beter te marcheren achter Christus aan. Laten we discipline opbrengen om, tegen onze eigen verkeerde verlangens in, tegen de verleidingen van de Boze in, tegen de arglistigheid van ons hart in, ons door de Geest te laten leiden. Het verlangen van het vlees en de werken van het vlees eindigen immers buiten het Koninkrijk. Het verlangen van de Geest, de vrucht van de Geest en het marcheren door de Geest eindigen binnen het Koninkrijk.
Wie hoort bij het Koninkrijk van God ervaart strijd. Dat kan zwaar zijn, dat kan twijfel opleveren, maar moet daarin niet blijven hangen. Draag daarom de wapenrusting van God en geef gehoor aan de marsorders van de Geest van Christus. Hij heeft immers gezegd: ‘Heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’ Daarom broeders en zusters: Voorwaarts … mars!