128e jaargang, 16 augustus nr.17
Spreken en schrijven over ‘geluk’ heeft al gauw iets oppervlakkigs in zich. Zeker is dat het geval als verondersteld wordt dat het ware en volkomen geluk hier op aarde te bereiken is. Deze manier van spreken gaat immers voorbij aan de zondeval in het paradijs en de gevolgen die daaruit voortgekomen zijn. Helaas, we zullen tijdens ons aardse leven nooit meer volkomen gelukkig zijn.
Ik begrijp dat dit heel negatief klinkt, maar gelukkig de mens die de waarheid van het bovenstaande inziet en peilt. Juist hij loopt de kans hier op aarde nog het gelukkigst te worden. Ongelukkig de mens die de gebrokenheid van zijn bestaan níet inziet en peilt. Hij of zij die hier op aarde toch streeft naar het ultieme geluk en het denkt te kunnen bereiken, zal vast en zeker bedrogen uitkomen.
De Heere Jezus maakt ons duidelijk: Zalig/gelukkig hij/zij die arm van geest is, die treurt, die vervolgd wordt omwille van Zijn Naam. Uiteraard valt er heel wat uit te leggen voordat een mens deze woorden begrijpt en gelovig verwerkt. Het is daarom een goede zaak dat in deze uitgave van De Wekker een poging tot uitleg ondernomen wordt.