Door de huidige coronacrisis komt eens te meer aan het licht hoe groot de impact is van eenzaamheid op de kwaliteit van leven. Juist nu is het nodig om naar elkaar om te zien. Hoewel ons huis maar beperkt opengesteld mag worden, kan ons hart wel wagenwijd openstaan voor de ander. Hoe geven we dat vorm? De biecht zou uitkomst kunnen bieden.
De van oorsprong rooms-katholieke biechtpraktijk is eeuwenlang toch wel verguisd geweest aan protestantse zijde. Hoewel de Reformatie niet ten doel had de biecht uit het kerkelijk pakket te verdringen, bleek dat in de eeuwen daarna toch gebeurd te zijn. De Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer pakte in de jaren 30 van de vorige eeuw het biechten echter weer op. En anno 2020 lijken er seculiere ‘biechtpraktijken’ te ontstaan. Mateloos boeiend – daarom besloot ik in het voorjaar van 2019 voor mijn bachelorscriptie in dit onderwerp te duiken.
Seculiere biechtpraktijk
Laten we eerst eens kijken naar die ‘seculiere biechtpraktijken’, zoals ik ze noem. Wat bedoel ik daarmee? Ik richt me op de Vlaamse psychiater Dirk De Wachter; de naam komt u wellicht bekend voor. De Wachter trekt niet alleen in België volle zalen, maar ook in Nederland. Zijn boodschap in een notendop: Deel het lijden, het ongemak, het ongeluk van het leven met elkaar. Niet alleen de mooie en vrolijke dingen. De Wachter werd in 2012 plotsklaps bekend doordat zijn boek Borderline Times door de media werd opgepikt. In interviews vertelt hij wel eens dat het eigenlijk helemaal niet zijn bedoeling was om zo op het podium geheven te worden. Maar dat zijn boodschap zo enthousiast wordt ontvangen, geeft aan dat er een zekere noodzaak is. De Wachter gaat in tegen de gedachte dat het leven alleen maar leuk moet zijn. De beelden op sociale media tonen een leven vol zon, geluk, verre reizen, dure auto’s en afgetrainde lichamen. Aan dat beeld moeten we voldoen; dat is hoe het leven moet zijn, is de onderliggende boodschap. Maar op den duur houden we dat niet vol. En wat moet je dan?
Een psychiater zijn
Het antwoord is simpel, maar beproefd. We moeten stoppen met de schijn ophouden. Wat gaat er werkelijk in u om? Probeer het eens eerlijk met een ander te delen. Dat u zich eenzaam voelt, of een nacht hebt lopen piekeren en daardoor de slaap niet kon vatten. Of dat het verdriet u drie jaar na het overlijden van uw geliefde nog steeds zo zwaar valt. Het lijden van het leven hoort erbij. Het is deel van ons mens-zijn. Delen is helen en gedeelde smart wordt niet gehalveerd, maar is wel beter te hanteren als een ander met u meeleeft. Waar zit ’m dat in? Het heeft te maken met een hart-tot-hart-ontmoeting. Een verbinding op emotioneel niveau. Zo’n intermenselijke verbinding draagt bewezen bij aan het draaglijker maken van persoonlijk leed. Het is kwetsbaar, en misschien zijn we dat ontwend. De Wachter merkt op dat we dat vooral weer moeten normaliseren. Lijden moet doorleefd worden; onder het tapijt vegen helpt niet. Zijn wachtkamer zit vol, de wachtlijsten in de psychiatrie zijn enorm. Eigenlijk moet zijn werk weer door iedereen gedaan worden, meent hij. Elkaars psychiater zijn, openstaan voor de ander en luisteren, of zelf uw verhaal doen: dat is de weg die we moeten bewandelen. En dat is in de kern wat er in een biecht gebeurt: iets wat verborgen is, wordt in het licht gebracht en daar wordt met barmhartigheid op gereageerd.
Helemaal alleen
Het is een mooie boodschap, vindt u ook niet? Een boodschap van naastenliefde en gastvrijheid. En toch onderscheid ik dit als seculiere biecht. Want er ontbreekt iets. Wanneer we de gedachten van De Wachter vergelijken met die van Bonhoeffer komt dat aan het licht. Eerst even de geschiedenis in. Ik stel me zo voor dat het wat geweest moet zijn, daar op het seminarie in Finkenwalde. De heren studenten zullen elkaar vast aarzelend hebben aangekeken: Moeten we biechten? Bij elkaar? En waarom? Bonhoeffer was in charge in dit seminarie: een plek waar jonge theologiestudenten in een kleinschalige setting werden opgeleid tot voorganger. Bonhoeffer voerde hier een afwisselend programma van stille tijd en meditatie, studie, sport en spel door. En de biecht dus.
In een vrij klein boekje met de titel Gemeinsames Leben (in het Nederlands bekend als Gemeenschappelijk leven) schreef Bonhoeffer zijn gedachten over de biecht op. De eerste zin van het boekje is veelzeggend: ‘Wie met zijn kwaad alleen blijft, blijft helemaal alleen.’ Ook bij hem is eenzaamheid dus een thema. Sterker, het is voor Bonhoeffer een direct gevolg van de zonde. De eenzaamheid die hij beschrijft, is er ook eentje waarbij een laagje schijn ontstaat. We doen ons beter, heiliger voor dan dat we werkelijk zijn. Misschien is het zelfs hypocrisie te noemen. Dat laagje moet doorbroken worden en dat kan door te biechten. Wat er dan gebeurt? Er ontstaat gemeenschap. Bonhoeffer noemt dit een ‘doorbraak’. Op het moment dat je opbiecht dat je (net als de ander!) zondaar bent, treed je toe tot een gemeenschap van medebroeders en -zusters die net zo hard vergeving nodig hebben als jij. Dat lijkt op wat De Wachter beschrijft: er ontstaat een verbinding tussen mensen onderling, je ontdekt dat je misschien wel dezelfde dingen doormaakt. Dat schept een band.
Elkaar tot een Christus zijn
Maar Bonhoeffer gaat verder. De gemeenschap is voor hem nadrukkelijk een gemeenschap ‘onder het kruis’. Net zoals de rest van zijn theologie is ook de biechtpraktijk bij Bonhoeffer sterk christologisch georiënteerd. Dat betekent dat het om Christus draait en naar Hem moet wijzen en leiden. Want dát is de plaats, dát is de persoon met wie we werkelijk verbonden moeten worden. De Wachter wijst op het zingevende belang van tweeduizend jaar christelijke traditie, maar de relatie tussen God en mens krijgt bij hem geen expliciet podium meer. Er ontstaat wel een horizontale verbinding (mens-mens), maar bij Bonhoeffer worden we gewezen op de meerwaarde van een verticale verbinding (God-mens). Het is goed om zogezegd elkaars psychiater te worden en naar elkaar te luisteren, maar Bonhoeffer gaat in Luthers voetsporen door te zeggen: We moeten elkaar tot een Christus worden! Biechten vindt plaats voor Gods aangezicht. En in Zijn naam mag een broeder of zuster woorden van vergeving spreken en barmhartigheid tonen.
Naar boven kijken
Het lijkt me goed om, juist nu we door de coronacrisis op onszelf teruggeworpen lijken te worden, die verbondenheid handen en voeten te geven. Niet alleen een goede medemens voor de ander zijn, maar ook samen naar boven kijken en weten dat we niet alleen met elkaar verbonden zijn, maar ook met de Schepper van hemel en aarde. Het loopt Hem niet uit de hand.
De biecht als religieuze praktijk heeft me niet meer losgelaten. Ik heb ervoor gekozen om na het afronden van mijn bachelor in Apeldoorn een master aan de Vrije Universiteit te Amsterdam te gaan doen. De rode draad in mijn essays en het thema voor mijn masterscriptie? U raadt het al …
Suzanne van Bart (PKN Ede) studeerde in mei 2019 af aan de TUA. Ze schreef haar bachelorscriptie ‘De eenzaamheid voorbij. Een onderzoek naar wat Dietrich Bonhoeffers biechtpraktijk te bieden heeft voor de situatie van eenzaamheid en lijden zoals beschreven door Dirk De Wachter en Damiaan Denys.’ onder begeleiding van prof. dr. A. Huijgen.