Skip to main content

Als alles volgens plan verloopt, is gereformeerd Nederland vanaf 2023 een kerknaam rijker – maar ook twee armer. De Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) herenigen na een periode van meer dan vijftig jaar, en vormen vanaf dan een fusiekerk: de Nederlandse Gereformeerde Kerken, samen goed voor ongeveer 350 gemeentes en 150.000 leden. GKv-emeritus predikant Melle Oosterhuis (72) uit Wezep maakte het proces van eenwording van dichtbij mee en vertelt wat dat betekent, voor de gemeenschappen die samengaan, maar ook voor de CGK.

U bent twee keer voorzitter geweest van de synode van uw kerkverband. Hoe is dat op uw pad gekomen?
Oosterhuis: “Ik ben sinds 2014 emeritus predikant van de Bazuinkerk in Kampen. In 2016 werd ik vanuit Kampen gebeld: mogen we jou voordragen als kandidaat voor benoeming door de particuliere synode tot afgevaardigde naar de generale synode? In 2019 herhaalde zich dat met het oog op de generale synode van 2020. In beide gevallen werd ik door de leden van de synode verkozen tot voorzitter. Ik heb mijn best gedaan bij te dragen aan een geestelijke atmosfeer waarin op zuivere Bijbelse gronden besluiten worden genomen en op een goede manier met elkaar wordt omgegaan. Ik begon daarom elke vergadering met een meditatie. Bij de afhandeling van de agenda was ik vooral technisch voorzitter.”

Vooral de laatste synode heeft gesproken over het samengaan van de NGK met de GKv. De twee kerken komen, na de scheuring in 1967, weer bij elkaar.
“Vanuit de GKv is op een aantal punten onderkend dat in de jaren zestig aan de zogenaamde ‘bezwaarden’ – degenen die later Nederlands Gereformeerd werden – geen recht is gedaan, waarmee is bijgedragen aan de breuk die toen in de vrijgemaakte kerken is ontstaan. Zo is erkend dat de synode van 1967 onjuist heeft gehandeld met betrekking tot de zogenaamde Open Brief en degenen die daar hun handtekening onder geplaatst hebben. Die schulderkenning neemt niet weg dat ik ervan overtuigd ben dat degenen die toen verantwoordelijkheid hadden, handelden vanuit de oprechte intentie om de gereformeerde leer te beschermen. In een van de laatste zittingen van de gezamenlijke vergadering van de GKv en de NGK is een lied van schuldbelijdenis gezongen. Het was ontroerend dat daarbij in de cantorij leden van de GKv en de NGK schouder aan schouder stonden.”

Een paar jaar geleden begonnen de besprekingen tussen de twee kerken, met als doel om weer samen te komen. Was er direct wederzijds vertrouwen?
“Ik ben behoorlijk naïef en in dit geval was dat gunstig: ik kon er blanco in gaan. Het meest spannend was, vooral voor de leden van de landelijke vergadering van de NGK, de bespreking en vaststelling van een kerkorde voor de verenigde kerk. Zou de GKv niet een té stevige kerkorde willen? Maar toen we daar aan toe waren, bleek dat er al zo’n basis van vertrouwen was, dat ook dit onderdeel van de agenda in goede harmonie en grote eenstemmigheid kon worden afgehandeld.”

Hoe hebben jullie een theologische basis gevonden?
“We hebben in de kerkorde vastgelegd dat we de Formulieren van Enigheid aanvaarden als basis voor de eenheid, om daarop gezamenlijk voort te bouwen. Daarmee is ook de ruimte gegeven om ooit een meer eigentijdse en aangepaste geloofsbelijdenis te formuleren.”

Tegen welke cultuur- of theologische verschillen liepen jullie aan?
“Er zijn geen theologische tegenstellingen, wel hebben de Nederlands Gereformeerden een andere manier van omgaan met elkaar dan wij die in onze kerken gekend hebben. Er is meer ruimte voor mensen die vragen of twijfels hebben. Maar ook binnen de GKv is op dat punt een cultuuromslag gaande. Wat dat betreft sluiten we goed bij elkaar aan. Er komt meer ruimte voor eenheid in verscheidenheid.”

Hoe hebben jullie daar een balans in gevonden: een duidelijke basis en toch veel ruimte voor verschillende opvattingen?
“In de kerkorde wordt veel aan de vrijheid van de plaatselijke kerken gelaten. Bijvoorbeeld of kinderen aan het avondmaal mogen, of de plaats van praktiserende homoseksuele broeders en zusters in de gemeente. Dat vinden we belangrijk. Bijvoorbeeld bij lhbti-kwesties gaat het om levende leden van de gemeente. Plaatselijke ambtsdragers kennen hun geloof en oprechtheid en kunnen hun situatie beter beoordelen.”

Maar wat is dan de functie van de kerkorde?
“De kerkorde is voor ons veel meer een geestelijk dan een praktisch document. Daarin worden de contouren van het kerkelijk leven vastgelegd, maar niet zo dat het kerkelijk leven wordt doodgeslagen. De kerkorde moet het leven voeden. Naast de kerkorde zijn er praktische regelingen in de maak, waarin de kerkorde praktisch wordt uitgewerkt.”

Op basis van wat kun je elkaar dan bevragen?
“Als je hoort dat in een gemeente kinderen aan het avondmaal mogen, maar dat dit ten koste lijkt te gaan van een eerbiedige viering van het sacrament, dan kun je daarover het gesprek aangaan. Maar dan niet vanuit kerkelijke regelgeving, maar vanuit de Bijbelse openbaring.”

Wordt de fusiekerk eigenlijk een soort PKN?
Lachend: “De PKN is niet in elk opzicht een fout vergelijkingspunt.” En dan serieus: “Als verscheidenheid gevoed wordt door vrijzinnigheid, gaat het mis.”

Maar kan de fusiekerk niet op termijn aansluiten bij de PKN?
“Ik denk dat de PKN daarvoor vooralsnog te divers is, en dat het verschil tussen de fusiekerk en de PKN te groot is om samen écht een kerk te zijn. We hebben een heel andere achtergrond. Het is wel goed om contact te houden, zowel lokaal als landelijk. Daar is door de besluiten van de synode van 2020 ook meer ruimte voor gekomen, bijvoorbeeld als het gaat om plaatselijke kanselruil.”

Hoe zal het in de praktijk gaan: worden in elke plaats de GKv en de NGK samengevoegd?
“Nee, de fusie betekent niet dat de GKv- en de NGK-gemeente in een plaats samensmelten tot een gemeente. De oorspronkelijke gemeenten behouden, in ieder geval voorlopig, hun zelfstandigheid. Als dat niet zo was, zouden er denk ik in allerlei plaatsen veel meer bezwaren rijzen dan nu het geval is. Omdat er op lokaal niveau weinig verandert, hoeft ook de plaatselijke verhouding met de CGK niet onder druk komen te staan.”

En wat betekent deze fusie op landelijk niveau in de relatie met de CGK?
“Dit samengaan is geen uitsluiting van de CGK. Hoe eerder zij zich met ons willen verbinden, hoe liever. Ik heb dat ook op de synode van 2017 in verband met de Gereformeerde Theologische Universiteit gezegd: ik hoop zó dat jullie je bij de GTU aansluiten, want jullie spiritualiteit en theologische achtergrond zijn waardevol om in de kerk en de theologie een plek te geven.”

Hoe kijkt u, als GKv-synodevoorzitter, naar de CGK-synode die dit voorjaar weer vergadert?
“Ik hoop van harte dat de synode in het dossier man, vrouw en ambt tot een vergelijkbaar besluit komt als onze synode: dat je dit punt in de vrijheid van de plaatselijke kerken laat. Een synode moet heel terughoudend zijn om dingen bindend aan alle kerken op te leggen als die niet zonneklaar Bijbels te funderen zijn. Tegelijkertijd hoop ik dat samenwerkingsgemeenten, als zij nog aarzelen of ze vrouwen in de ambten moeten bevestigen, wachten op de uitspraak van de synode, zodat ze ruimte laten voor het nemen van een zorgvuldige beslissing.”

Los van het ontstaan van de fusiekerk zijn er behoorlijk wat vrijgemaakten die de overstap maakten van de GKv naar de CGK of de Gereformeerde Bond. Ze vinden de prediking niet degelijk genoeg meer, of vinden het erg dat de ambten opengesteld zijn voor vrouwen. Hoe ervaart u dat?
“Het spijt me als kerkelijke geschillen leiden tot het uiteengaan van wegen. Maar als zich dat toch voordoet, dan ben ik blij dat bezwaarde broeders en zusters zich bij de CGK of de Gereformeerde Bond voegen. Ik reken niet zo strikt met kerkelijke grenzen. Ik wil bezwaren serieus nemen, maar dat betekent niet dat we in de kerk altijd aan elkaars bezwaren tegemoet moeten komen.”

Maar laten we eerlijk zijn: eigenlijk bent u hen ergens halverwege verloren.
“Ik heb me altijd willen laten leiden door Bijbelse gegevens, ook als het gaat om het dossier man, vrouw en ambt. Dat is de ultieme maatstaf voor kerkelijk handelen. Als de kerk strategische keuzes maakt om bezwaarden binnenboord te houden, dan verliest ze de Bijbelse norm uit het oog en loopt ze vast. Als je bezwaarden ter rechterzijde ter wille wilt zijn, dan moet je ook bezwaarden ter linkerzijde tegemoetkomen. En zo kom je als kerk in een impasse terecht.”

Tot slot. Hoe kijkt u naar de kerk?
“Ik zie de kerk als het volk van God, een kostbare maar ook heel kwetsbare gemeenschap, waarin je zorgvuldig met elkaar moet omgaan. Als het goed is, laat de kerk zich leiden door het getuigenis van de Schrift en vindt ze daarin de eenheid waarmee ze een krachtig getuigenis kan zijn voor de wereld.”

 

 

 

Weergaven: 424