De Christelijke Gereformeerde Kerken halen vooral het nieuws met nieuwe dingen – besluiten van kerkenraden of classes die nooit of nauwelijks eerder voorgekomen zijn. Dat is weinig om trots op te zijn. Waar de nieuwe dingen die God brengt volgens de Schriften reden tot vreugde en jubel zijn, brengen onze nieuwe dingen tot nog toe vooral onrust en verdeeldheid.
Recent is een convent uitgeschreven – ook iets nieuws, al heeft het wel oude papieren. Kerkenraden zijn uitgenodigd, een werkgroep bereidt het voor. Het convent is een bijzondere vorm, een poging om uit de impasse te komen die het kerkelijk leven nu op veel plaatsen verlamt en die niet even met een besluit op te lossen is. Die poging is te waarderen. In een ongewone situatie kan een ongewoon middel nodig zijn.
‘Van de levende God mogen we verwachting hebben, op het gebed’
Over sommige besluiten van de vorige synode is veel gezegd en geschreven. Maar er zijn twee elementen uit die besluiten waar weinig over gehoord is. Dat zijn de oproep aan de kerken tot verootmoediging voor de gezamenlijke schuld aan onderlinge verwijdering én de oproep tot geestelijk gesprek over onze gezamenlijke verhouding tot God, het belijden van de kerk en de prediking.
Wat we ook afschalen, uitstellen of proberen, die oproep blijft staan. Zonder verootmoediging, gesprek en gebed zal een convent ook niet helpen. Maar van de levende God mogen we verwachting hebben, op het gebed. Ook en juist als wij geen weg meer weten, kan Hij nieuwe dingen scheppen.