127e jaargang, 12 oktober, nr.21
Wikipedia zegt o.a. van het woord ‘apologetiek’: Apologetiek (van het Griekse ‘apologia’, letterlijk: ‘verdediging, verontschuldiging’) is het verdedigen van levensbeschouwelijke, vaak religieuze, standpunten door middel van redenering.
Hoe je het ook wendt of keert, eigenlijk is het woord daarom niet zo geschikt als aanduiding voor de zaak waar we het over willen hebben, nl.: hoe bereik je dat de ander, de atheïst, de scepticus etc., hartelijke interesse krijgt voor het Evangelie? De woorden ’verdediging’ en ‘verontschuldiging’ passen daar niet zo bij. Verdediging, daar ‘schiet je in’ immers en verontschuldiging betekent letterlijk: je doet een poging om je onschuld aan te tonen. Bovendien klinkt het woord redenering (redeneren) me, als het gaat over het overdragen van de liefde voor het Evangelie, niet zo positief in de oren. Ik hoor het al iemand zeggen: ‘Al dat geredeneer …!’.
Tegelijk – ik begrijp dat – als iets aan je gevraagd wordt over het Evangelie, over het geloof, moet je altijd een poging doen tot antwoorden; verantwoording afleggen over de hoop die in je is (1 Petr. 3: 15). En daarom is het een goede zaak dat met het oog daarop nagedacht wordt en dat in deze Wekker getracht wordt iets aan te reiken wat van dienst kan zijn bij het geven van die antwoorden.