128e jaargang, 2 augustus nr.16
Over de ziel spreken wij niet meer zo veel. De enige plaats waar nog ‘zielen’ geteld worden, is de kerk. Toch blijft dat wel een mooie uitdrukking. Niet om plechtig of ouderwets te formuleren, maar om duidelijk te maken dat de mens meer is dan zijn lichaam en psyche. ‘Ziel’ wijst op onze verhouding tot God en dat is precies waar het in de kerk om gaat.
Het Bijbelse spreken over de ‘ziel’ roept ondertussen wel de nodige vragen op. Is dat hetzelfde als wat wij geest of psyche noemen, of is het wezenlijk wat anders? Hoe kijken psychologie en zielzorg naar de mens? En is het verdwijnen van de ziel een kwestie van veranderend taalgebruik of laat het een geestelijke leegte in onze cultuur zien?
In de vakantieperiode is het goed om je ook met je eigen ziel bezig te houden. In het Bijbelse spreken kun je je eigen ziel tot rust brengen, vermanen om omhoog te zien en oproepen om God te loven. In de drukte van het leven kun je dat allemaal makkelijk vergeten; dan gaat het zeker niet goed. Misschien moesten we maar weer wat meer over de ziel spreken en vooral onze eigen ziel niet vergeten.