127e jaargang, 26 oktober, nr.22
Het thema van De Wekker had nauwelijks actueler kunnen zijn. Vorige week publiceerde de classis Apeldoorn het besluit van 3 oktober om te accepteren dat de gemeente van Arnhem de ambten wil openstellen voor vrouwen (een deel van de kopij werd overigens al vóór dat moment geschreven). Een dergelijk besluit raakt direct de relatie tussen kerk en kerkverband.
Het is begrijpelijk dat samenwerkingsgemeenten de spanning voelen tussen uiteenlopende besluiten van de kerkverbanden waar zij toe behoren. Het is te waarderen dat Arnhem de kerkelijke weg is gegaan. Het besluit van de classis roept echter de nodige vragen op, zoals in de pers al is gebleken.
Zelfs als de bepaling waarop de classis Apeldoorn zich beroept hiervoor bedoeld zou zijn, staat dit besluit op gespannen voet met diverse besluiten van de laatste generale synode. Bij de belastingaangifte kun je misschien zoeken naar onbedoelde mazen in de wet, maar dat is niet de manier waarop we in de kerken met elkaar omgaan en moeten willen omgaan.
De Christelijke Gereformeerde Kerken hebben er nooit een geheim van gemaakt dat zij vrouw en ambt een belangrijk thema vinden in het contact met andere kerken. Hoe men de besluiten echter ook waardeert, de kerken als geheel zullen hierover het gesprek moeten aangaan. Niemand is erbij gebaat dat bij zo’n ingrijpend en gevoelig onderwerp elke classis zijn eigen beleid gaat bepalen, met mogelijke verschillen tussen de classes als gevolg.
Bovendien, en veel belangrijker, zullen we het inhoudelijke gesprek moeten voeren. Het is altijd mogelijk, en gezien de recente ontwikkelingen in de GKV niet verrassend, dat een bestaand besluit vragen oproept bij gemeenteleden. Dan is een discussie over regelingen echter te weinig. Uiteindelijk gaat het om de vraag welke weg we in het licht van de Schrift hebben te gaan. En misschien moeten we er ook eens over spreken hoe het komt dat we de Schriften soms zo verschillend verstaan.
We hebben elkaar als kerken gekregen en we hebben elkaar nodig. Ook los van de laatste weken is bezinning op de verhouding kerk en kerkverband daarom zeer nodig.