129e jaargang, 5 juni 2020, nr. 12
Liturgie is in onze traditie vaak te weinig gewaardeerd. Dat komt voor een deel door de protestantse nadruk op de preek – het gaat om de verkondiging, de andere onderdelen van de eredienst zijn daaraan ondergeschikt. Bovendien scoren improvisatie en afwisseling voor veel mensen hoger dan een vaste structuur. Anderzijds waarderen veel mensen de rust en de structuur van de anglicaanse of rooms-katholieke traditie.
De huidige beperkingen zijn een goede aanleiding om opnieuw na te denken over wat wezenlijk is voor een gereformeerde eredienst, zelfs als sommige onderdelen nu niet mogelijk zijn. Het is van belang om in de gemeente het besef levend te houden wat de verschillende onderdelen van de dienst betekenen. Een serie preken over de liturgie zou kunnen helpen, of alleen al het benoemen waarom we dingen doen. We zingen bijvoorbeeld niet als afwisseling, maar als antwoord. De gereformeerde liturgie heeft een prachtige wisselwerking van woord en antwoord, het Woord van God en het antwoord van de gemeente.
In de Bijbel komen we het woord ‘liturgie’ tegen voor de dienst aan God, in het aardse heiligdom en in de hemelse heerlijkheid (Openbaring). Uiteindelijk gaat het daarom: de dienst aan en de lofzang op de drie-enige God, ‘voor Zijn troon en hier beneden’.
Ds A. Versluis