127e jaargang, 13 april, nr.8
Dit nummer kan gelezen worden als een nabetrachting op Goede Vrijdag en Pasen. De redactie kwam tot dit thema omdat ‘verzoening door voldoening’ regelmatig ter discussie wordt gesteld. Zonder dat we hier de hele theologische discussie kunnen voeren, laat dit nummer er wel iets van zien waarom verzoening door voldoening een onopgeefbaar onderdeel is van het evangelie. God maakt op Golgotha niet alleen Zijn liefde bekend. Hij die geen zonde gekend heeft, werd voor ons tot zonde gemaakt (2 Kor. 5: 21). ‘Ik voor u’, verwoordt het Avondmaalsformulier kernachtig.
Het interview met rechter Bert de Hek geeft een inkijkje in hoe genoegdoening werkt tussen mensen. Pijnlijk is zijn constatering dat christenen minder bereid zijn om te schikken dan niet-christenen. Wat houdt verzoening met God in als het ons niet ootmoedig en vergevingsgezind maakt naar onze naaste? Petrus wijst op het voorbeeld van Christus, Die niet terugschold toen Hij zelf werd uitgescholden (1 Pet. 2: 23). Wat verdrietig en een slecht getuigenis als dat in het leven van christenen niet terug te zien is. Natuurlijk kan het vreselijk moeilijk zijn als je echt onrecht wordt aangedaan. Paulus beriep zich soms ook op zijn rechten als Romeins burger. Maar het Nieuwe Testament spreekt toch vaak over onrecht verdragen als horend bij het leven van een christen. Wat hebben wij daarom het kruis van Christus nodig, als verzoening voor al onze zonden en als het voorbeeld dat Hij ons naliet.