Tula. Zijn naam klonk in de rede waarin de inmiddels demissionaire minister-president Rutte excuses aanbood voor het handelen van de Nederlandse staat met betrekking tot slavernij. Tula, een tot slaaf gemaakte man, die werkte op plantage Kenepa op Curaçao, nam het initiatief tot een grootschalige slavenopstand op dit Caribische eiland. Deze revolte begon op 17 augustus 1795. Uiteindelijk moest hij het met een gruwelijke dood bekopen en van vrijheid voor slaven was daarna nog lang geen sprake. Op het eiland zijn een zevental monumenten te vinden, die herinneren aan de slavenopstand. De bekendste staat vlak bij de plek waar het lichaam van Tula vermoedelijk in zee is gegooid.
Een dergelijk herdenkingsteken bepaalt me bij dit zwarte verleden en de onvrijheid, zo vertelde iemand mij. ‘Maar het maakt me ook dankbaar dat we nu in vrijheid leven.’ Het gaat dus om achteromkijken en vooruitkijken. Stilstaan en verdergaan. Iemand vergeleek het met 4 en 5 mei. Bij dat verdergaan kan Tula ons helpen. Aan het begin van de opstand in 1795 ging ene priester Jacobus Schinck met gevaar voor eigen leven het gesprek aan met Tula en zijn omstanders. Dat mocht niet baten, want Tula trok uiteindelijk op naar Willemstad met zijn dood tot gevolg.
Wel zijn er flarden van het gesprek van Tula met Schinck overgeleverd en daar wil ik aandacht voor vragen. Tula merkt in dat gesprek namelijk op dat alle mensen toch afstammelingen zijn van Adam en Eva en dat er dus geen onderscheid tussen mensen is of kan zijn. Misschien is dat wel wat Tula ons vandaag ook heeft te leren, want hoe vaak maken we toch nog onderscheid tussen mensen en bevolkingsgroepen? Niet dat we dat altijd bewust doen, maar het kwaad heeft nog altijd grip op ons. Kom, laten we gaan naar een plek waar wordt gedanst.
Die plek vond ik tijdens mijn reis naar Curaçao in verpleeghuis Kas Hugenholtz. In dit huis wonen mensen met verschillende vormen van dementie. Je ziet op de foto een ziekenverzorgende dansen met een bewoner. Ik vind het een ontroerend tafereel. Hoe langer ik naar deze foto kijk, hoe meer ik er ook een uitnodiging in zie. Hebben we op weg naar de toekomst niet te leren om met elkaar te dansen? Ook al is onze levensloop verschillend, hebben we een andere leeftijd en andere achtergrond, toch zijn we aan elkaar gegeven.
Zo’n dans vraagt van beide deelnemers een bepaalde openheid naar het verleden, naar de toekomst, naar elkaar. Dansen als brug tussen het verleden en de toekomst. Tussen jij en ik. Jullie en wij. Want als ik iets geleerd heb op Curaçao dan wel dat de verschillende partners in de dans van de geschiedenis zichzelf hebben te accepteren, maar ook hebben te emanciperen. Het gaat dus om een zelfbewuste dans waarin de ander bijdraagt aan mijn dans en ik aan die van hem of haar, want we dansen samen.