Skip to main content

Je kunt columnisten in allerlei verschillende categorieën onderverdelen. Hoe vaker je columns leest, hoe meer je de verschillende stijlen gaat herkennen tussen verschillende columns en hun makers. Wat je als lezer niet altijd weet, is hoe het proces verloopt vóór het intypen van de tekst. Daarin zijn grofweg twee soorten columnisten te onderscheiden.
Onder de eerste groep kun je de schrijvers scharen die ruim van tevoren beginnen na te denken over de inhoud van hun columns. Met hun denkbeeldige voelsprieten vangen ze allerlei details op, die later keurig verwerkt worden in hun schrijfsels. Tot deze groep behoor ik nog steeds niet.
De andere groep heeft een hele tijd niet door dat er een column geschreven dient te worden. Je zou het gemakzuchtig kunnen noemen of zelfs naïef. Een herinnering op de kalender, een aantal dagen vóór de inleverdatum, zorgt bij die groep mensen voor een lichte paniek, die – tegenstrijdig genoeg – nodig is om er echt voor te gaan zitten.

‘Elke dag stond er eten op tafel’

Koortsachtig denk ik na over de afgelopen periode. Zijn er nog opvallende dingen gebeurd? Helaas komen er geen spectaculaire zaken in mijn herinnering naar boven. We waren in de afgelopen periode gezond, de jongens konden naar school, speelden buiten tijdens de vele dagen dat het mooi weer was en elke dag stond er eten op tafel. Er was werk voor ons te doen in de maatschappij en in de kerk. Er was elke maand genoeg geld om te wonen, om ons te kleden en ons te vermaken. Elke zondag konden we als gezin naar de kerk, waar nog altijd een bordje ‘Christelijke Gereformeerde Kerk’ bij de ingang hangt. Net als elk jaar vierden we ook dit jaar Pasen. Ongetwijfeld ben ik ook veel gewone dingen vergeten.

Als ik de bovenstaande opsomming nog eens lees, was het allemaal niet spectaculair. Maar bijzonder was het wel. Bijzonder genoeg om daar eens een column aan te wijden. Ik ga meteen beginnen…

Weergaven: 0