Leon en Emma willen na vier jaar verkering gaan samenwonen. Het stel wil een geregistreerd partnerschap sluiten omdat dit in hun beleving gelijkwaardig is aan het burgerlijk huwelijk, maar goedkoper. Ze willen elkaar levenslang trouw beloven in het midden van de gemeente en vragen de kerkenraad om een dienst te beleggen waarin hun geregistreerd partnerschap bevestigd kan worden.
Is het geregistreerd partnerschap gelijkwaardig aan het burgerlijk huwelijk? Is het burgerlijk huwelijk hetzelfde als het Bijbelse huwelijk? Kan een geregistreerd partnerschap kerkelijk bevestigd worden? De veranderende wetgeving dwingt kerken zich te bezinnen op vraagstukken rondom huwelijk en samenwonen. Hieronder een beknopte beschouwing, geen pasklare antwoorden.
Burgerlijk huwelijk
De overheid stelt een beperkt aantal eisen aan de huwelijkse staat. Zo zijn de huwelijkspartners verplicht elkaar te onderhouden en dienen ze elkaar hulp en bijstand te verlenen. Voor het overige worden huwelijkspartners vrijgelaten om hun huwelijk naar eigen goeddunken in te kleuren. De beloftes die huwelijkspartners elkaar moeten geven, stellen steeds minder voor. Zodoende gaan partners bij het sluiten van het burgerlijk huwelijk een minder hechte verbintenis aan dan bij het sluiten van een huwelijk zoals de Bijbel dat voorschrijft.
Het grootste verschil zit in de belofte om elkaar voor het leven trouw te blijven. Deze belofte is kenmerkend voor het Bijbelse huwelijk, maar wordt door de Nederlandse overheid niet meer gevraagd. Van de overheid hoeven huwelijkspartners ook niet meer per se bij elkaar te wonen. En het is mogelijk geworden dat twee mensen van hetzelfde geslacht met elkaar trouwen. Door deze veranderingen is het burgerlijk huwelijk verder af komen te staan van het Bijbelse huwelijk en staat het burgerlijk huwelijk op vrijwel hetzelfde niveau als het geregistreerd partnerschap.
Geregistreerd partnerschap
Sinds de jaren negentig is er naast het huwelijk een nieuwe burgerlijke stand: het geregistreerd partnerschap. De bedoeling daarvan was om tegemoet te komen aan de behoefte aan publieke erkenning van relaties, waarin twee personen duurzame verantwoordelijkheid voor elkaar nemen. De regeling was vooral bedoeld voor personen van gelijk geslacht, die toen nog niet konden trouwen. In de loop van de jaren is het geregistreerd partnerschap vrijwel gelijkgetrokken met het huwelijk. Voor geregistreerde partners gelden dezelfde rechten en plichten als voor huwelijkspartners.
Er zijn nog wel enkele formele verschillen. Zo kan een huwelijk niet buiten de rechter om ontbonden worden, een geregistreerd partnerschap soms wel. Verder is een scheiding van tafel en bed niet mogelijk bij een geregistreerd partnerschap, maar in een huwelijk wel.
Rol van de kerk
Door deze ontwikkelingen worden kerken gedwongen tot een hernieuwde bezinning op het huwelijk en andere samenlevingsvormen. Onze kerken hebben reeds in 2001 een eigen definitie van het huwelijk geformuleerd: ‘De wettelijk geregelde, als zodanig formeel publiek bekrachtigde levensgemeenschap tussen één man en één vrouw, naar de zin van de instelling voor het leven aangegaan’ (art. 70 lid 1a van de kerkorde).
Naar mate het burgerlijk huwelijk en het Bijbels huwelijk verder uit elkaar groeien, zou de rol van de kerk rondom de huwelijkssluiting groter moeten worden. Ten eerste dienen kerken serieus aandacht te besteden aan de voorbereiding van het huwelijk, bijvoorbeeld door het aanbieden van huwelijkscatechese (eventueel samen met andere gemeenten). Ten tweede dienen kerken bij de kerkelijke bevestiging aanvullende huwelijksbeloften te vragen. Op die manier onderstreep je als kerk dat het huwelijk meer inhoudt dan wat onze overheid vraagt. Ten derde zou het goed zijn om in de kerken verder na te denken over de vraag hoe we het Bijbelse huwelijk meer profiel kunnen geven in kerk en samenleving.
Ten slotte ligt nog de vraag voor hoe om te gaan met stellen die kiezen voor het geregistreerd partnerschap. Kunnen Leon en Emma een kerkelijke bevestiging krijgen, nu het onderscheid tussen burgerlijk huwelijk en geregistreerd partnerschap is vervaagd en er sowieso aanvullende beloften nodig zijn? Het is een vraag die vanuit de kerken wordt gesteld en op de generale synode van 2019 behandeld zal worden.
Mr. J.C. Tebrugge is ouderling in Spijkenisse en maakt deelt uit van het deputaatschap kerkorde en kerkrecht