Ontspanning in de kerkelijke vergaderingen en de mogelijkheid om met elkaar door te spreken over fundamentele geestelijke en kerkelijke vragen. Dat is kort gezegd het doel van het in oktober 2024 op de synode gepresenteerde interim-model (zie kader). Een vraaggesprek met synodevoorzitter ds. P.D.J. Buijs en rapporteur van de commissie Toekomst Kerkverband ds. J.G. Schenau. ‘Wie niet in wonderen gelooft, zal ze ook niet zien.’
Lezen we in de CGK de Bijbel samen nog wel op dezelfde manier? Heeft de Schrift zelfs nog op dezelfde manier gezag? Wat betekent het dat de plaatselijke kerk zelfstandig is, maar je tegelijk een deel van je zelfstandigheid opgeeft om samen besluiten te nemen die gelden voor het geheel? Hebben díé noties nog een plek in de prediking die we als kerken altijd belangrijk hebben gevonden? Dat zijn volgens ds. Schenau voorbeelden van vragen waarover het de komende negen jaar zal gaan in de CGK. Het interim-model moet voorzien in de nodige ontspanning om dit geestelijke gesprek op een georganiseerde en vruchtbare manier met elkaar te voeren.
Wat is er aan de hand in de CGK?
In het verleden zijn er door de generale synode van de CGK besluiten genomen over enkele grote onderwerpen: homoseksualiteit en homoseksuele relaties, en vrouw en ambt. Kerken hebben door middel van revisieverzoeken bezwaar gemaakt tegen de genomen besluiten, maar die bezwaren zijn niet gehonoreerd. Nieuwe revisieverzoeken op het gebied van het thema ‘vrouw en ambt’ liggen nu op tafel van de huidige synode (2024-2025). Ondertussen hebben veel kerken besloten om zusters in het ambt te bevestigen en zij gaan dus verder dan de synode-uitspraken toestaan. Dit betreft een vrij brede beweging binnen de kerken. Dat geeft problemen en onrust. Een deel van de kerken heeft grote moeite met de ontwikkelingen en wil dat we ons als kerken onverkort houden aan de afspraken die gezamenlijk zijn gemaakt. Een ander deel komt echter tot een andere conclusie en geeft aan niet anders te kunnen dan op deze manier te handelen. De vraag is hoe we onder deze tegenstelling als kerken samen verder kunnen.
Hoe is dit interim-plan ontvangen op de synode?
Ds. Buijs: “Er zijn ook alternatieve geluiden en modellen gepresenteerd en die liggen ook bij de commissie Toekomst Kerkverband. Moet er een aangepast voorstel komen? Moeten we elementen uit andere plannen gebruiken? Het vooruitstrevende deel van de kerken wil een volwaardige plaats houden, dus de garantie dat ze niet in een soort quarantaine geplaatst worden. De meer behoudende kant zegt: ‘Wij kunnen er niet langer verantwoordelijkheid voor dragen dat in bepaalde gemeentes zondige dingen gebeuren. De synode heeft immers uitgesproken dat homoseksuele relaties zonde zijn?’ Zij willen de garantie dat ze daarvoor niet verantwoordelijk worden gehouden. Kunnen die polen tot elkaar worden gebracht? En dreigen de gemeentes met een middenpositie intern niet in problemen te komen? Daar is de commissie nu mee bezig. In de volgende synodeweek horen we daar waarschijnlijk het resultaat van.”
Het interim-model als tijdelijke oplossing
In oktober 2024 heeft de synodecommissie Toekomst Kerkverband een plan gepresenteerd waarin gezocht wordt naar een modus waarbij kerkelijke besluiten die genomen zijn, blijven staan, maar tegelijk een situatie ontstaat waarin kan worden doorgesproken over de oorzaak van de spanningen en de dieperliggende problemen. In dit zogenaamde interim-model krijgen kerken die afwijken, voor een periode van negen jaar een plaats in aparte interim-classes, waar ze niet meer te maken krijgen met kerkelijke maatregelen of bezwaarschriften. Hierdoor ontstaat er ontspanning in de kerkelijke vergaderingen, in de hoop dat dat gelegenheid geeft om met elkaar door te spreken over die dieperliggende oorzaken en problemen. Het kerkelijk leven wordt dus anders georganiseerd.
Daarnaast wordt een programma opgetuigd voor een diepgaand gesprek dat plaatselijk, regionaal en landelijk moet gaan plaatsvinden. Onderwerpen die aan de orde zullen komen, zijn onder meer de visie op de Schrift en ons kerk-zijn, maar bijvoorbeeld ook de prediking.
Werk je met dit plan niet in de hand dat reguliere en interim-classes verder uit elkaar gaan groeien?
Ds. Schenau: “Dat is inderdaad een gevaar, maar het is nadrukkelijk niet de opzet van dit model. De invulling ervan is juist helemaal gericht op het nu echt met elkaar het gesprek aan te gaan dat al veel langer gevoerd had moeten worden, in de hoop dat er over en weer meer begrip ontstaat. We willen eerlijk tegen elkaar zeggen wat er gezegd moet worden en ons ervoor openstellen dat je dieper onder de indruk raakt van wat we met elkaar ontvangen hebben in de loop van de jaren dat de CGK bestaat. We mogen zoveel goed werk doen met elkaar! Prachtig missionair en diaconaal werk, de inzet voor de jongeren van de kerk, de TUA, enzovoorts. Je kunt wel zeggen: nu zoeken we maar naar een model waarbij dat gezamenlijke werk door kan gaan en de rest organiseren we dan apart van elkaar, maar het is de vraag of je dan nog de gezamenlijke geestelijke basis hebt die nodig is om al dat werk samen te blijven doen en vol te houden. Onze hoop is dat het besef van het vele goede dat we samen hebben ontvangen en van de ramp die het zou zijn als er weer een kerkverband zou scheuren, leidt tot intensief gebed. Maar ook tot een echt voornemen en de inzet om gehoorzaam aan Gods Woord en in liefde weer meer naar elkaar toe te groeien. Dat kun je makkelijk wegzetten als wensdenken of irreëel. We beseffen dat er een wonder nodig is om ons kerkverband bijeen te houden. Maar wie niet in wonderen gelooft, zal ze ook niet zien.”
Gemeentes zouden vrijwillig een plaats moeten krijgen in interim-classes. Wat gebeurt er als beoogde gemeentes dat niet doen?
Ds. Schenau: “Als gemeentes niet willen, valt het plan in duigen. Dwang werkt niet, maar mag ook niet. Een model om dichter bij elkaar te komen valt niet af te dwingen. Gaan kerken echt niet mee, dan houdt het op. De vraag is dan wel of het dan voor dat model ophoudt, of voor het kerkverband, of voor die gemeentes. Het zou een verdrietige vrijwilligheid zijn om er niet aan mee te doen. We hopen en bidden dat het zo niet zal gaan. Dat de kerken zullen zeggen: ‘We hebben onze twijfels en bedenkingen, maar we zien het vooralsnog als een verantwoorde en begaanbare weg.’”
"Er is maar één weg vooruit, en dat is een gezamenlijke weg terug naar de Heere en naar het fundament van Zijn kerk.”
Wat als de synode dit plan van tafel veegt? Is er een plan B?
Ds. Schenau: “Er zijn allerlei plannen B overwogen, maar de commissie heeft daarvan gezegd dat geen enkele daarvan kan verhoeden dat er een scheuring of breuk plaatsvindt. Zouden we niet biddend, nadenkend en met elkaar sprekend moeten zoeken naar een model waarbij dat voorkomen kan worden? Ook al heb je geen garantie dat je alle kerken meekrijgt?”
Dan vervolgend, met emotie: “Laten synodeleden en kerken toch alsjeblieft denken met het oog op het geheel van de kerken! In een gepolariseerd klimaat zie je dat de nuance sneuvelt. Als er bijvoorbeeld vanuit een deel van de kerken wordt gezegd: ‘De synode heeft uitgesproken dat homoseksuele relaties zonde zijn, dus die kunnen we niet gedogen’, dan laat het interim-model die uitspraak helemaal staan. Maar de synode heeft voor de óórzaak van de verdeeldheid gewezen op kerkbrede zonde. De synode heeft trouwens in dat besluit ook al zo veel meer gezegd. Nu dreigt bijvoorbeeld weer dat homoseksuele broeders en zusters het idee krijgen dat de kerkelijke problematiek over hun hoofd wordt uitgevochten. En dat zou ik heel erg vinden. Als anderzijds ruimte wordt geclaimd om kerkelijk een afwijkende weg te gaan, hoor ik daar zo weinig schuldbesef of verootmoediging bij over de gevolgen voor het kerkverband. Er is maar één weg vooruit, en dat is een gezamenlijke weg terug naar de Heere en naar het fundament van Zijn kerk.”
Ds. Buijs: “In de pers lees je reacties als ‘je moet er maar niet op rekenen dat gemeentes die vrouwen in het ambt hebben bevestigd, ooit nog terugkeren’. Dat soort uitspraken maakt het heel complex. Is er nog de bereidheid om te luisteren naar elkaar en de weg terug te gaan? Of zijn we al uitgepraat?”
Is het erg als de CGK zouden ophouden te bestaan?
Ds. Buijs: “Ja en nee. Als dat is omdat er een breuk komt omdat we elkaar niet hebben kunnen vasthouden, is dat zonder meer erg. Er zijn dan alleen maar verliezers. Aan de andere kant: nee. Ik denk aan een uitspraak van wijlen ds. J.H. Velema: ‘Het zou niet erg zijn als er als Jezus terugkomt geen CGK meer is, het gaat erom dat er een kerk van Christus is op aarde.’ We zijn dankbaar voor wat we ontvangen hebben en moeten daar zuinig op zijn, maar de CGK is geen doel in zichzelf. Integendeel: we hopen en bidden dat er een eenheid ontstaat tussen allen die de verschijning van Christus liefhebben.”
"Stel dat wij een oplossing vinden, maar het heeft Zijn goedkeuring niet, dan zijn we even gered, maar het is een ramp.”
Wat wilt u meegeven aan de lezers van De Wekker?
Ds. Buijs: “Ik zou elke lezer willen oproepen tot regelmatig en indringend gebed. Dat gebed mag erop gericht zijn dat we aan de ene kant samen een weg mogen vinden, maar dat dat ook een weg is die de goedkeuring van de Heere heeft. Stel dat wij een oplossing vinden, maar het heeft Zijn goedkeuring niet, dan zijn we even gered, maar het is een ramp.”
Ds. Schenau: “En heel praktisch: blijf ook binnen de plaatselijke gemeente en in je regio met elkaar in gesprek, ook als je daar ervaart dat er verschillend wordt gedacht. Zoek elkaar op, koester elkaar. Dan ontmoet je elkaar en kun je elkaar in het hart kijken en dat is zo belangrijk!”