127e jaargang, 6 juli, nr.14
Wat bezielt mensen om voor kortere of langere tijd huis en haard te verlaten, met niet meer dan een stel goede wandelschoenen, een lichtgewicht rugtas en een gedetailleerde wandelkaart? Het onbekende tegemoet en dat helemaal alleen, zonder familie of goede vriend. Bert van de Bovekamp en Arno Pieters blikken terug op een onvergetelijke ervaring.
Met gespannen verwachtingen ging Bert van de Bovekamp in 2013 vier dagen op stap, met het 90 kilometer lange Krijtlandpad in Limburg voor ogen. Als predikant van een grote gemeente verlangde hij ernaar om zich in alle rust te bezinnen, onder andere op identiteitsvragen, zijn plek in de gemeente en zijn houding ten opzichte van mensen in de omgeving. Gestimuleerd door zijn vrouw Cynthia begon hij de tocht, in alle opzichten goed voorbereid. Zelfs het actielijstje ontbrak niet. Het bevatte tien punten om te overdenken, overzichtelijk gerangschikt over de dagen. Het lijstje diende als houvast om de gedachten tijdens het lopen in het goede spoor te houden.
Lijfpsalm
Voor Arno Pieters was de aanleiding een andere. Evenals zijn doel en tijdpad. In 2012 trok hij zeven weken door het warme, zonovergoten Spaanse land over ‘el Camino de Santiago’, de bekende pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. Hij voegde zich in de stoet van bedevaartgangers, overnachtte in slaapzak op stapelbedden tussen de andere pelgrims in de refugiés en vroeg zich soms af ‘waar hij aan begonnen was’ als de confrontatie met het alleen-zijn hem parten speelde. Psalm 121 werd er zijn lijfpsalm. ‘God is er altijd en overal’ werd zijn diepste ervaring, ook als blaren, zo groot als een rijksdaalder en een ‘marsfractuur’ hem hinderden. Arno maakte deze tocht op het moment dat hij zonder werk kwam te zitten.
Frustratie
Ondanks de kortere tocht bleven Bert de confrontaties niet bespaard. “Na de eerste dag constateerde ik dat ik nog niet verder gekomen was dan actiepunt één. Dat frustreerde me. Ik nam me heilig voor om de volgende dag mijn achterstand in te lopen, maar een dag later was ik slechts anderhalf punt opgeschoten. Met lopen lag ik op schema, maar in mijn denkproces liep ik hopeloos achter. De vraag ‘waar is God in de hectiek van mijn leven?’ drong zich des te sterker aan me op. Uitgerekend deze ervaring bracht me terug bij het doel van mijn voettocht. Dat was juist om tot rust te komen. Vanaf dat moment heb ik me geoefend in loslaten en ben ik meer ontspannen en ontvankelijker mijn weg gegaan. Toen ik het werk weer oppakte, is dat inzicht me bijgebleven. Soms kost het me moeite om het vast te houden, dan krijgt de waan van de dag weer de overhand. Loslaten en mezelf en de gebeurtenissen durven toevertrouwen aan God is voor mij een dagelijks terugkerende oefening geworden.”
Goede thuisbasis
Voor Arno was het lastig om de tel van de dagen bij te houden. Maar zijn ervaringen blijven hem bij: de gebeurtenissen die grote indruk op hem maakten, en die zijn denken, doen en laten tot op de dag van vandaag beïnvloeden. “Sinds deze tocht kijk ik met een ruimere blik de wereld in en ben ik positiever ingesteld naar de mensen toe. Ik heb het hokjesdenken, meegekregen vanuit de opvoeding, achter me gelaten. Deze nieuwe inzichten wil ik vasthouden, ze verrijken mijn leven, nog iedere dag. Die ervaringen gun ik mijn kinderen. Ik stimuleer hen om ook zo’n tocht te maken. Ze hebben het nog niet gedaan, maar wie weet. Het zou voor iedereen goed zijn, maar een goede thuisbasis is wel belangrijk. Ik vind het heel bijzonder dat mijn vrouw Pauline me zoveel ruimte en vertrouwen heeft gegeven.”
Hernieuwde inzichten
Karakteristiek voor Berts trektocht door het Zuid-Limburgse landschap waren de vele kerken en crucifixen die hij tegenkwam. “Eigenlijk liep je van crucifix naar crucifix, vaak met een mooie Bijbeltekst of andere tekst erop. Eén ervan maakte diepe indruk. ‘Ik wist dat je zou komen’ stond op het bordje onder het Christusbeeld. Die kwam binnen. Gaandeweg trok God meer mijn aandacht. Het bevestigde mijn pasverworven inzicht dat ik mijn actiepunten mocht loslaten. Het was veel belangrijker om tot rust te komen bij God. Aan het eind van iedere dag liep ik een kerk binnen. Daar kon ik rustig een half uur zitten bidden, stil zijn, met volledige concentratie op God. Dan besefte ik dat God veel dichterbij is dan ik dacht. Daarvan kreeg ik iedere keer signalen, terwijl ik die niet had verwacht. ‘God is dichtbij’, ‘ik hoef me niet zo druk te maken’ en ‘wat betekenen de mensen om me heen veel voor me’. Met deze drie hernieuwde inzichten kwam ik na vier dagen pelgrimeren weer terug in Maastricht, het was mijn Santiago, het werd een soort triomftocht.”
Doel bereikt
De ervaringen van Arno en Bert vertonen veel overeenkomsten. Ook bij Arno werden de beelden, kruisen en kerken een dagelijks terugkerend rustpunt. In combinatie met de mensen eromheen. “Ik heb fantastische ontmoetingen gehad en veel van andere mensen mogen leren. Zo mocht ik samen met een medepelgrim mediteren over hoe belangrijk het is om met open handen te leven. Alleen dan kan je ontvangen om wat je ontving in de loop van de tijd weer uit te delen. Uitgerekend op die dag kwamen we langs een beeldje dat zo duidelijk het ‘leven met open handen’ symboliseerde. Zoiets vergeet je nooit, omdat het zoveel indruk maakte. Ik zag het opnieuw als bevestiging dat ik niet alleen was. God ging met mij mee, Hij was erbij. Dat hielp me om vol te houden en door te gaan. Toen ik na 800 kilometer Santiago had bereikt, ben ik zelfs nog 200 kilometer doorgelopen naar Finisterre, volgens de legende ‘de weg naar het einde van de wereld’. Vandaar met de bus terug naar Santiago en met het vliegtuig weer naar huis. Als een echte pelgrim had ik mijn doel bereikt. Dat waren niet Santiago en Finisterre, maar de vele intense ervaringen die me gevormd hebben.”
Metgezel
Beide ‘pelgrims’ hebben na die ene tocht de smaak te pakken. De conditie van Bert is sindsdien verbeterd, zegt hijzelf. Hij loopt door de week regelmatig om rust te krijgen in zijn hoofd en breekt er graag voor enkele dagen tussenuit voor een afstandswandeling, soms alleen, soms samen met zijn vrouw. Arno kiest ervoor om in de zomerperiode, als de omstandigheden het toelaten, enkele weken door het ongerepte Lapland te trekken. Eén keer samen met zijn zoon, de andere keren alleen, genietend van de rust en de stilte. Toch blijft de allereerste pelgrimstocht hun meest unieke ervaring en zijn de woorden van een pelgrimszegenbede veelzeggend gebleven:
Heer, wees voor hen metgezel tijdens hun tocht
Gids bij de kruispunten
Kracht bij vermoeidheid
Beschermer bij gevaar
Herberg op de weg
Schaduw in de hitte
Licht in de duisternis
Troost bij moedeloosheid
Standvastigheid in hun voornemens
Opdat zij door Uw leiding
Vervuld van genade
Terugkeren naar huis
Vol heilzame en blijvende vreugde.
Bert van de Bovekamp (52) is predikant van de Bethelkerk in Veenendaal. Arno Pieters (55) is lid van dezelfde Bethelkerk en werkt als relatiebeheerder van een bedrijf.