Skip to main content
Interview

Zegen en gevaar van techniek

Geschreven door 24 april 2020september 27th, 2022No Comments6 minuten leestijd

‘De nieuwe iPhone 11: exact wat je nodig hebt. Precies wat je wilt.’ Zo luidde een slogan bij de introductie van de zeer geliefde nieuwe Apple-telefoon. “De techniek komt ons leven binnen en verandert ons, of we willen of niet,” concludeert professor Aart Nederveen.

Als ik Aart Nederveen voor dit interview ontmoet in de hal van het AMC in Amsterdam, geven we elkaar geen hand, want het coronavirus heerst in ons land. Ondanks hoogontwikkelde medische technieken en medicijnen staan we machteloos. Dit is een confronterend besef. Onze afhankelijkheid van techniek maakt ons heel kwetsbaar.
Dat beaamt Aart Nederveen: “Techniek is geen neutraal middel in handen van mensen. De techniek nodigt uit om op een bepaalde manier gebruikt te worden. Een sterk voorbeeld hiervan is het gebruik van prenatale screening. Echoscopie doet meer dan het maken van een foto voor het plakboek.”

Twintigwekenecho
Soms leidt een twintigwekenecho tot abortus. Mag de optie daarom medisch-ethisch gezien wel aangeboden worden?
“Voor zover ik kan zien, is er in christelijke kring nauwelijks een voorbehoud voor een twintigwekenecho. De meeste mensen die een baby verwachten, laten zo’n echo maken. De mogelijkheid alleen al zorgt ervoor dat je over iets moet nadenken. Of je wilt of niet, je moet kiezen: Doe ik het wel of doe ik het niet? Als blijkt dat de foetus bij een echo een afwijking heeft, sta je voor de beslissing of je wel of niet ‘preventief’ wilt ingrijpen. Als je geen echo laat maken en als na de geboorte blijkt dat je kindje een afwijking heeft, vraag je je af: hadden we niet toch een echo moeten maken? Je omgeving zegt: het is je eigen schuld; je had het kunnen weten. Al die vragen zijn er niet als de mogelijkheid van een echo niet bestaat. Het morele landschap verandert door de aanwezigheid van zo’n twintigwekenecho.”

Met techniek lijkt alles mogelijk. Maken we ons niet te veel afhankelijk van techniek?
“De techniek komt ons leven binnen en verandert ons. Dat kan niet anders. We zitten niet in de positie dat we kunnen zeggen: dat doen we wel en dat doen we niet. Wij, als protestanten, lezen af en toe graag een goed boek. Maar er is een tijd geweest dat het geloof gevoed werd via verhalen en niet door te lezen. Techniek zit om ons heen en beïnvloedt ons mens-zijn. Nu en vroeger ook.”

Niet meedoen
Maar we hoeven toch ook niet alles te gebruiken?
“Nee, als je ziet hoe techniek werkt, is het wel degelijk zo dat je af en toe kunt zeggen: ik doe niet mee. Brian Brock, een van mijn favoriete theologen, zegt dat je af en toe moet experimenteren in het niet-meedoen. En beetje weerstand, maar dan in het klein. Niet op de manier van de Amish, door te doen alsof je zonder alle techniek kunt, maar wel door af en toe iets niet te gebruiken. Als je bepaalde dingen niet doet en andere wel, merk je wat techniek met je doet. Doe bijvoorbeeld de vaatwasser de deur uit. Gebruik eens een paar dingen niet. Je zult merken dat dat pijn doet. Dan zie je hoe mensen daarop reageren, dat niet accepteren of het vreemd vinden. Je leert dan wel wat techniek met je doet. Dat vind ik waardevol.”

Maar hebben we de techniek nog wel in de hand, als we denken aan de cybercriminaliteit?
“Nee, meestal niet. Een IT-specialist vertelde mij eens dat elke toetsaanslag die je op je computer doet, bij Microsoft wordt opgeslagen. Maak je geen illusies hoe lek het internet is, Google verzamelt alles van je en verkoopt het weer. Daar zit wel iets apocalyptisch in; het is niet te overzien.”

Kan de techniek een afgod worden waar we ons vertrouwen op stellen?
“Dat kan ik wel beamen. Dat kun je voorkomen door af en toe niet mee te doen. Je kunt techniek ook zien als iets waar je middenin zit, een stroom die je mee wil voeren. Als je dan af en toe even stilstaat, voel je hoe er aan je getrokken wordt.”

Hebben technische ontwikkelingen invloed op de medische ethiek?
“Ja, dat zeker. Bijvoorbeeld als het gaat over abortus en euthanasie. Op onze afdeling wordt ook wetenschappelijk onderzoek gedaan met geaborteerde foetussen. Met toestemming van de ouders is dat foetale materiaal beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. Daarbij kun je ook MRI-scanners gebruiken. Dan kun je van bepaalde organen de embryonale ontwikkeling zien en begrijp je beter hoe die zijn aangelegd. Mijn collega’s weten dat ze dat aan mij niet moeten vragen. Ik merk dat zij dit onderzoek zelf ook moeilijk vinden. Dat heeft er volgens mij mee te maken dat je toch iets merkt van: dit is niet zomaar een potje jam, maar een mens. Er is een ziel aanwezig, weliswaar onmeetbaar, maar er is iets en dat voelt iedereen.”

Snelle MRI
Wat kan er met MRI en wat kan er wellicht straks met MRI? Is dat in ontwikkeling?
“Ja, er is veel in ontwikkeling. Dat is fascinerend. Je hebt tegenwoordig de kunstmatige intelligentie waardoor je sneller MRI-beelden kunt maken. Een MRI-scan duurt nu erg lang. Maar daar zit een ontwikkeling in, zodat het wel tien keer sneller kan. En er zijn steeds meer verschillende soorten foto’s die we kunnen maken. Je kunt apart de bloedvaten afbeelden, de spieren afbeelden, of precies de hoeveelheid bloed meten die er door een spier of door een bloedvat stroomt. Daar is een enorme vooruitgang in. Dat is een zegen van de techniek.”

Krijgen we straks een chip in je hand om mee te betalen als merkteken van het beest uit Openbaring?
“Of dat direct te koppelen is aan Openbaring, weet ik niet. Een chip in je hand zou de volgende pagina in het grote verhaal van de techniek kunnen zijn. Je hoort er vaak over en hier en daar gebeurt het al. Dat komt steeds dichterbij, met alle gevolgen van dien. Ik vind dat heel verontrustend en zou zoiets uitstellen zo lang het kan. Dat is ook stilstaan in de stroom. Je moet Openbaring niet zo gaan lezen dat alles een op een te plakken is op wat wij zien gebeuren. Dat zou erg hoogmoedig zijn, alsof onze tijd uniek is en wij nu kunnen zien wat de echte waarheid is van de profetieën en Bijbelteksten. Maar dat we ook door slechte machten omgeven zijn, is zonneklaar.”

De taak van de geneeskunst is om het leven te verlengen. Moet dat dan ook in alle omstandigheden worden gedaan?
“Iemand kan lang in leven gehouden worden door alle apparatuur die we gebruiken. Maar dat kan ook gruwelijk zijn. In het euthanasiedebat is dit ook iets waar we voor komen te staan. Aan de andere kant zie ik, als het gaat over euthanasie, dat het erg doorslaat en de dood maakbaar wordt. Ik heb een keer meegemaakt dat een collega euthanasie had gepland en het overlijdensbericht al was rondgestuurd binnen de afdeling, toen bleek dat de persoon in kwestie er nog een paar dagen mee gewacht had, omdat hij nog erg van de zon genoot in zijn tuin. De dood is maakbaar geworden. Dat is een ontwikkeling waar ik van huiver.”

Interview: Ar Sikking

Weergaven: 4