Blijkens berichten in kerkbladen en vanuit gesprekken met ambtsdragers, wordt hier en daar hard gewerkt wordt aan verzoeken om revisie van een of meerdere besluiten van de onlangs afgesloten synode. Ik zie dat werken aan revisies als een teken van kerkelijke betrokkenheid en van kennis van kerkelijke zaken. Het is mooi dat kerken van de mogelijkheid van revisie gebruik maken, want het is een recht dat kerkordelijk is vastgelegd en het maakt een kerkenraad zeker niet verdacht wanneer hij van dat recht gebruik maakt. Dat is immers kerkelijk denken en handelen in de geest van de kerkorde. Met het aanvragen van revisie laat je zien dat je kerkelijke besluiten en het kerkverband serieus neemt.
Achtergrond van de mogelijkheid van revisieverzoeken is de overtuiging dat een kerkelijke vergadering – in dit geval een synode – ook onjuiste besluiten kan nemen. Oorzaak daarvan kan zijn dat argumenten over het hoofd zijn gezien of niet voldoende overwogen zijn, dat teksten uit de Heilige Schrift eenzijdig toegepast zijn of ook dat in de dynamiek van een synode waar mensen met hun zonden en emoties bijeen zijn, een besluit niet voldoende doordacht is. Dat de kerken in de kerkorde de mogelijkheid van revisie hebben vastgelegd komt dus voort uit zelfkennis, uit besef van eigen beperktheid van inzicht en uit besef van openstaan voor nieuwe argumenten. Het is eigen aan een reformatorische kerk bereid te zijn zich te laten corrigeren.
Zorgvuldige studie
Dat laatste is trouwens ook een besef dat kerkenraden die revisie gaan aanvragen moeten hebben. Dat begint al daarmee dat het besluitenboekje waarin alle synodebesluiten zorgvuldig beschreven staan en dat via cgk.nl voor ieder toegankelijk is, door de kerkenraad zorgvuldig bestudeerd wordt om een verzoek om revisie goed te formuleren. Dat geldt ook voor het goed nalezen in de kerkorde van de regels die voor revisie gelden en voor de rapporten die ten grondslag liggen aan de besluiten. Het zou immers maar zo kunnen dat na lezing revisie helemaal niet nodig is. Een revisieverzoek dat alleen aangeeft dat je het ergens niet mee eens bent, is geen revisieverzoek. Zoals besluiten onder biddend opzicht en na goed onderzoek en overleg genomen zijn, zo hoort dat ook van revisieverzoeken te gelden.
Nu kan het natuurlijk gebeuren dat kerkenraden onderling contact zoeken over een revisieverzoek om zo van elkaars kennis gebruik te maken, met als mogelijk resultaat dat de volgende synode met veelal gelijkluidende revisieverzoeken te maken krijgt. Wat kerkenraden dan in feite doen, is een soort overleg dat lijkt op het overleg waarvoor synoden bestemd zijn. Zij vormen dan op dit punt een soort mini-, voor-synode. Een synode is immers ook gebaseerd op de regel: twee weten meer dan een. Dat onderlinge overleg lijkt mij een goede zaak – tenzij het om partijvorming gaat natuurlijk –want het kan verzoeken sterker maken, maar het kan ze ook overbodig maken.
Voor revisie hoef je trouwens niet te wachten tot de volgende synode. Ieder van ons kan nu al met revisie van eigen gedachten, standpunten en houding aan de gang. Bijvoorbeeld vanuit Psalm 139 dat in feite een verzoek om revisie is. Als we dat eerlijk doen, moet het met de kerk wel goed komen.