Skip to main content

Je kunt verrast worden als je naar een theologisch congres gaat. Zo ging ik begin januari naar een congres van de Vereniging voor Theologie over het Concilie van Nicea. Een van onze geloofsbelijdenissen vindt daar, 1700 jaar geleden, haar oorsprong: de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel. Nu verwacht je dat bij een congres hierover het vooral over de leer gaat, wat ook gebeurde.

Maar er waren lezingen bij met andere onderwerpen zoals de datum waarop Pasen gevierd werd. Dat had voor een deel te maken met het Concilie van Nicea zelf dat onder andere twintig besluiten of canons uitvaardigde. De twaalfde canon gaat bijvoorbeeld over militair zijn en christen zijn. En de twintigste canon vermeldt dat je als gelovige niet mag knielen tijdens het gebed op zondag of de dagen van Pinksteren. Reden hiervoor was dat je de opstanding van de Here Jezus Christus niet mocht vieren door de nederige houding van het knielen. De overwinning van Christus vierde je door rechtopstaand te bidden, met de armen wijd het kruis uitbeeldend.

De voor mij meest opvallende lezing ging niet over de geloofsbelijdenis en de leer of over de twintig besluiten die toen genomen zijn. Het ging over de bisschoppen die op dit concilie aanwezig waren. En dan ook weer niet over hun leer of de gemeenten waarvan ze bisschop waren. De lezing ging over hun lichaam. Het was een lezing van dr. Jennifer Strawbridge over de lichamelijke handicaps van de aanwezige bisschoppen. In eerste instantie frons je de wenkbrauwen bij dit onderwerp: ‘lichamelijk gehandicapte (disabled) bisschoppen’? De spreker noemde hen ‘belijders’ (confessors). Nu noemen wij broeders en zusters die geloofsbelijdenis hebben gedaan ook ‘belijders van het geloof’. Maar hier heeft ‘belijder/confessor’ een specifieke betekenis: de gelovigen die hun geloof hadden beleden onder vervolging en niet als martelaar gestorven waren.

Belijder zijn van het geloof in Christus wordt dan ineens een ander verhaal. Deze belijders hadden zichtbare en vermoedelijk ook onzichtbare verwondingen door te blijven getuigen van God en Christus, ondanks de martelingen. Om wat voor soort verwondingen het ging? Bedenk het maar, van alles wat maar afgehakt of verwijderd kon worden, inclusief het oog. Bij dit stukje van de lezing heb ik echter niet al te precies geluisterd. Dat er bisschoppen bij waren met verwondingen vanwege vervolgingen is niet vreemd. Een aantal keizers die aan keizer Constantijn voorafgingen vervolgde de christenen nog hevig. Wat wel verbazingwekkend is, is het aantal lichamelijk gehandicapten op het concilie. Van de 318 aanwezigen waren er slechts 11 die geen verwondingen door vervolging hadden. (Nee, dit is geen typefout.)

‘Gelovigen die hun geloof hadden beleden onder vervolging en niet als martelaar gestorven waren'

Er treden verschuivingen op in je denken over het Concilie van Nicea als je dit meeneemt. Het ging daar om de eenheid van de kerk, het was het eerste oecumenische concilie. Het ging om de leer en de verwoording daarvan. Het ging om gewoonten en gebruiken in het dienen van God en om ethische kwesties. Daar is uitgebreid over geschreven in de geschiedschrijving en dogmatische literatuur over het Concilie van Nicea. Wat uit beeld bleef, zijn de lichamelijke handicaps van de bisschoppen. Begrijpelijk, want de eerste en latere geschiedschrijvers over het concilie geven hier geen of nauwelijks aandacht aan, het wordt slechts hier en daar in een zinnetje of aanduiding genoemd. Blijkbaar was het niet belangrijk genoeg voor de schrijvers van toen. Was het misschien zo gewoon dat het geen aandacht hoefde? Opvallend is dat op oude en latere afbeeldingen van het concilie geen mensen staan met lichamelijke gebreken, ze zijn allen met een gaaf lichaam afgebeeld.

Te weten van de lichamelijke handicaps of verwondingen van de bisschoppen maakt dat je met andere ogen kijkt. Daar spraken en discussieerden mannen over de leer van de kerk en welke richting de kerk op moest. Als beeld heeft dat wat rationeels en theoretisch. Maar als ik de lichamelijke handicaps in mijn beeld meeneem dan zie ik wat anders: een groot aantal mannen, in een dubbele ring bij elkaar zittend, die als ze naar elkaar keken of met elkaar praatten iemand zagen die een oog miste of een hand of een voet of een arm of been. En ze wisten hoe dat kwam: ze spraken met iemand die had geleden voor Christus, voor het getuigenis van zijn geloof in Hem. Iemand die de tekenen daarvan droeg. En zelf hadden ze vergelijkbare verwondingen. Het doet denken: alleen dat al brengt eenheid, te weten dat je samen bent met mensen die – net als jijzelf – geleden hebben voor het getuigenis van Christus. En los van de zichtbare verwondingen, zouden er zijn die nog pijn leden? In hoeverre hebben de verwondingen de gesprekken en besluiten op het concilie beïnvloed? We weten het niet want er werd niets over gezegd.

'Alleen dat al brengt eenheid'

Als ik dit naar onze tijd doortrek, kan er veel gezegd worden. Twee gedachten wil ik noemen.
De eerste is dat dit concilies, synodes en kerkelijke vergaderingen van onze tijd en de vorige eeuw in een ander perspectief plaatst. Over welke eenheid heb je het als je welgevoed en welgebadderd aan de vergadertafels zit, zonder sporen van geloofsvervolging, zonder verwondingen die je opliep omdat je voor je geloof in Christus gemarteld werd?

De tweede haakt hieraan. In een boek over de eerste eeuwen van het christendom zegt de schrijver over de groeiende voorspoed voor christenen in de tijd van keizer Constantijn, de tijd van het Concilie van Nicea: ‘Natuurlijk brengen deze vorderingen van geestelijk standpunt uit gezien niet altijd winst. De kalme periode die de kerk doormaakt, zonder dat het martelaarschap zijn schiftende rol vervult, vermindert de kwaliteit van de nieuw bekeerden …’
Het geeft te denken. Welvaart en voorspoed is mooi en goed, we ontvangen dat van de Here God, maar tegelijkertijd kan het ons geestelijk zwak maken en weten we vaak niet goed wat het is om een offer te brengen in welke vorm dan ook. Bij de lichamelijk gehandicapten op het Concilie van Nicea is dit zichtbaar, ze hoeven er geen woorden aan te wijden.

Weergaven: 0