Skip to main content

Zijn kerken zich bewust van het feit dat in iedere kerk misbruik kan voorkomen? Recente berichten in de media herinneren ons aan de alomvattendheid en perversiteit van misbruik, ook binnen kerken. Deze zaken vragen om handelen in de brede zin van het woord.

Afgelopen weken druppelden via het Nederlands Dagblad allerlei berichten binnen over de Nijmeegse hoogleraar en voormalige Theoloog des Vaderlands Thomas Quartier. Quartier was jarenlang geestelijke in de Sint-Willibrordsabdij in Doetinchem, totdat hij ineens werd opgenomen in de Keizersberggemeenschap in Leuven. De reden is pas recent openbaar geworden: er lag een klacht tegen hem wegens vermeend grensoverschrijdend gedrag jegens een jonge geestelijke in de abdij. De hogere rooms-katholieke geestelijkheid blijkt deze informatie later ook ontvangen te hebben, want de geplande priesterwijding van Quartier in Leuven werd abrupt afgezegd zonder opgaaf van reden. Abt Henry Vesseur van de abdij in Doetinchem spreekt van mogelijk ‘machtsmisbruik, emotioneel misbruik en ook psychisch misbruik’, Quartier spreekt liever van een ‘exclusieve, onvoorwaardelijke vertrouwensrelatie’.

Er is nog geen oordeel uitgesproken over Quartier, maar opnieuw komt een geestelijke onder het vergrootglas te liggen vanwege vermeende misstanden en machtsmisbruik. Opnieuw, want er zijn in de geschiedenis van de kerk heel wat gevallen van (seksueel) misbruik aan te wijzen. Denk ook aan de recente afleveringen in het Reformatorisch Dagblad over het misbruik van Wim Akster in Malawi. Onderzoek van het Nederlands Dagblad bracht aan het licht dat vrouwelijke ambtsdragers en gemeenteleden veelvuldig te maken krijgen met seksueel grensoverschrijdende opmerkingen en gedragingen. Dit type gedrag kan blijven bestaan, omdat er weggekeken en soms ook weggelachen wordt. Daders worden niet of nauwelijks vermaand, slachtoffers wordt soms gemeld dat ze niet moeten overdrijven.

In de mediawereld is er sinds Harvey Weinstein (VS), Jimmy Saville (VK) en The Voice of Holland (NL) inzicht gekomen in het gevaar van macht en het functioneren van machtsstructuren. Er was een cultuur waarin personen de macht hebben om de dromen van een ander te maken en te breken. In dit machtsspel werd seksualiteit gemakkelijk een pervers ruilmiddel. Een instrument om hogerop te komen of bevestiging van de machtspositie af te dwingen. Er vinden veranderingen plaats, al zijn veranderingen helaas geen verzekering dat misbruik niet meer gebeurt.

Veilige kerk
De kerk, dus ook christelijke gereformeerde kerken, zullen zich dit soort berichten moeten aantrekken. Daarbij past wat mij betreft allereerst verootmoediging. De kerk is helaas vaak geen veilige omgeving (geweest) voor mensen. Vrouwen bijvoorbeeld zijn veelvuldig slachtoffer geworden van seksueel wangedrag, ongepaste opmerkingen, wegkijken en gelatenheid. Sommige mannen kregen te maken met machtsmisbruik, waarbij een vertrek uit de kerk soms de enige uitweg leek te zijn.

Deze verootmoediging mag wat mij betreft ook leiden tot praktische maatregelen. Ik ben blij om te zien dat veel kerken het concept van de Veilige Kerk hebben opgepakt. Een veilige kerk is te herkennen aan het kerkgebouw allereerst (bijvoorbeeld ruiten in de deuren), maar ook aan de eisen die aan vrijwilligers gesteld worden en de aanwezigheid van vertrouwenspersonen. In mijn optiek mogen kerken bij het uitblijven van grensoverschrijdend gedrag enerzijds de aanwezige veiligheid koesteren. Anderzijds moeten zij zich ook afvragen: is die stilte een gevolg van onze transparantie of omdat slachtoffers niet naar voren durven te treden?

Daarnaast zal er oog moeten zijn voor de plek en zorg van slachtoffers. Slachtoffers dienen ruimte te krijgen om hun verhaal te doen, om te helen van de wonden, wellicht zelfs om plaats te maken in hun leven voor vergeving. Al deze stappen kunnen niet afgedwongen of overhaast worden, maar in alle rust worden slachtoffers een plaats en tijd van herstel geboden. Is het niet zo dat Jezus zelf zegt dat allen die vermoeid en belast zijn bij Hem mogen komen (Matth. 11: 28)?

Kerken zullen zich echter ook moeten afvragen hoe macht in de gemeente functioneert. In verschillende reformatorische en evangelische gemeenten is het bijvoorbeeld mogelijk decennialang een machtspositie (in de kerkenraad, oudstenraad of elders) uit te oefenen.

‘Laat de kerk een plaats zijn met gezonde gezagsrelaties waar slachtoffers zich gehoord en gezien voelen’

De Kerkorde stelt mijns inziens terecht grenzen aan ambtstermijnen, omdat machtsmisbruik op de loer ligt. Het bestaan van familieverbanden of andere loyaliteiten rond machtsposities in de kerk is ook problematisch, omdat het gevaar bestaat dat misbruik onder het tapijt geschoven wordt. Een predikant heeft een machtspositie, wat mij betreft een goed onderwerp tijdens de jaarlijkse bespreking over het ambtelijk werk van kerkenraad en predikant. Macht kan iedereen corrumperen, de zonde heeft ons namelijk allemaal vatbaar gemaakt voor de verleidingen.

Laten kerken inzicht hebben in de problemen van machtsstructuren in de kerk en ook oplossingen hebben als problemen dreigen. Verder laten dit soort crises het belang zien van individuele karaktervorming. Het Evangelie speelt daarin een belangrijke rol. Het Evangelie ontmaskert en weerspreekt de giftige cultuur van misbruik en seksuele immoraliteit en wijst de weg naar een leven van heiligheid. Mannen in de christelijke gemeente worden expliciet gewaarschuwd niet mee te gaan in de gedragingen van de ‘heidenen’ rondom masculiniteit en seksualiteit (1 Thess. 4: 3-8). Paulus’ revolutionaire boodschap is zelfs dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn aan elkaar (Gal. 3: 28). Mannen en jongens moeten beseffen dat vrouwen geen lustobjecten zijn die ze kunnen domineren, degraderen en chanteren. Bekleders van posities in de kerk dienen te weten dat Christus alle macht heeft en zij rekenschap dienen af te leggen van de vruchten van hun arbeid aan Hem. Het leven met Christus is niet compatibel met een praktijk waarin vrouwonvriendelijke avances en opmerkingen gemaakt en gedoogd worden en waar heilige taken worden gebruikt voor eigen gewin en behoud.

Kerken hebben hun geschiedenis niet mee als het gaat om misbruik. Kerken dienen een mate van transparantie te bieden. Tegelijkertijd moeten we ook waken voor een controlestaat in de kerk. Er mag ook een band van vertrouwen zijn in de kerk, broeder- en zusterliefde die niet ongepast handelt (1 Kor. 13: 5).

Kerken kunnen hun kop in het zand steken door te zeggen dat het bij hen niet voorkomt. Zij luisteren dan niet naar het Evangelie dat zegt dat mensen deug-nieten zijn die geneigd zijn tot alle kwaad. Het is beter het probleem vroeg te tackelen dan achteraf de schade aan slachtoffers en aan de goede naam van God te moeten opmaken. Laat de kerk een plaats zijn met gezonde gezagsrelaties waar slachtoffers zich gehoord en gezien voelen.

Weergaven: 0