‘Voor wie zijn zonden bij Christus heeft gebracht en als gerechtvaardigd mens door het leven mag gaan, komt de heiliging tot bloei’
De biddag voor gewas en arbeid ligt nog vers in mijn geheugen. Opgeschrikt door de gruwelijke beelden in de Oekraïne bemerk ik bij mijzelf een soort gevoeligheid, waarbij alle woorden die binnen de muren van de kerk gezegd, gezongen en gebeden worden een diepere lading krijgen.
Terwijl de berichten over de oorlog in de Oekraïne binnenstromen en de beelden hiervan nog verwerkt moeten worden, vraagt De Wekker om bijdragen rond het thema heiliging. In het verlengde daarvan hier een aantal mijmeringen over de ‘gemeenschap der heiligen’. Voor wie vertrouwd is met de belijdenisgeschriften zal het niet moeilijk zijn om vraag en antwoord 55 van de Heidelbergse Catechismus in herinnering te roepen:
- Vraag: Wat betekent de gemeenschap der heiligen?
- Antwoord: De gelovigen hebben allemaal als ledematen van het lichaam van Christus, gemeenschap aan de Heere Jezus en aan al Zijn schatten en gaven. Elke gelovige moet zich daarnaast verplicht voelen om zijn gaven en talenten, vrijwillig en vol blijdschap, in te zetten voor de andere gelovigen.
Vrijwillig en met blijdschap
In meer normale tijden kan ik zulke woorden lezen en er instemmend bij knikken om daarna over te gaan tot de orde van dag. Maar in deze weken lukt mij dat niet. Het moment waarop in de zondagse kerkdienst de diaken naar voren kwam en een indringende oproep deed om na te gaan waar wij ons ‘vrijwillig en vol blijdschap’ in kunnen zetten voor de broeders en zusters van de kerk in de Oekraïne, staat nog op mijn netvlies gebrand. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat heel veel lezers van De Wekker deze ervaring ook hebben: wat is het bijzonder dat de Heilige Geest mensen zo weet te bereiken dat zij tijd, geld en goederen ‘vrijwillig en met blijdschap’ inzetten om iets van de grote nood bij de ander te lenigen en het genoemde ‘verplicht voelen’ niet eens gevoeld wordt.
Verankerd in de Schrift
Dit werk van de Heilige Geest is geen creatieve vondst van de Heidelbergse Catechismus, maar verankerd in het Woord van God. Er zijn citaten in overvloed die dit duidelijk maken, maar ik volsta met te verwijzen naar Filippenzen 2: 4-8: ‘Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.’
Heilige handen
Uit deze woorden van de apostel Paulus blijkt dat de liefde voor de ander en de gemeenschap der heiligen een nauwe relatie hebben met het lijden en sterven van Jezus Christus. Precies dat lijden waar de wereldwijde kerk in deze periode van het jaar nadrukkelijk over mediteert en van zingt. Voor wie zijn zonden bij het kruis van Christus heeft gebracht en als gerechtvaardigd mens door het leven mag gaan, komt de heiliging en de gemeenschap der heiligen tot bloei. Soms lijkt het er zelfs op dat de kerk situaties als deze nodig heeft om weer wakker geschud te worden en opnieuw te beleven waar het in het christelijk geloof op aankomt. Zolang het ons voor de wind gaat, kunnen we ons concentreren op onszelf, onze kerkelijke gebruiken en ons eigen gelijk, maar als er bommen vallen en medemensen met niet meer dan een kleine rugtas en daarin ‘al hun bezittingen’ op de vlucht slaan, krijgen we beter zicht op de belangrijke zaken in ons leven. En wonderlijk genoeg geeft dat ook ruimte om over theologische, kerkelijke en culturele verschillen heen te stappen.
Een zwaarder offer
De vragen waar we als Nederlandse christenen nu voor staan zijn nog te overzien: Kiev is nog altijd een comfortabele 2000 kilometer bij ons vandaan. Maar als volgende week de eerste vluchtelingen in onze stad aankomen en aan ons gevraagd wordt om in te schikken, worden aan die gemeenschap der heiligen opeens veel zwaardere eisen gesteld. Overigens zal het dan niet wenselijk of menselijk zijn om eerst te bepalen dat er sprake is van gemeenschap der heiligen. Het hierboven weergegeven citaat van de apostel Paulus spreekt ook niet met zoveel nadruk over heiligen: ‘laat eenieder oog hebben voor wat van anderen is’. Het kan ook zomaar betekenen dat wij dan te maken krijgen met burgers uit de Oekraïne die zich heel anders gedragen dan wij normaal vinden. Dat kan zeer ongemakkelijk worden. En voor wij er erg in hebben koketteren we weer met politieke stromingen die propageren dat Nederland alleen van de Nederlanders is …
Vuile handen
Om eerlijk te zijn bekruipt mij soms het gevoel dat ik op zeker moment als schijnheilig of hypocriet ontmaskerd zal worden. Bij het raadgevend referendum over toetreding van de Oekraïne tot de Europese Unie – op 6 april 2016 – hoorde ik bij de 61% tegenstemmers. En nu ben ik, net als veel anderen, geneigd om de grenzen onvoorwaardelijk te openen … Wat is er met mij aan de hand, dat deze oorlog mij zoveel meer doet dan vergelijkbaar geweld op het Afrikaanse continent? En als dan binnenkort de vluchtelingenstroom bij ons door de straat trekt, geef ik dan thuis of verschuil ik mij achter dichte gordijnen? Ik herken mij meer dan mij lief is in het wispelturige gedrag van de menigte op Palmpasen versus Goede Vrijdag. En vreemd genoeg geeft mij dat moed om toch te geloven dat God – om Christus wil – ook mij met mijn vuile handen wil heiligen. En zachtjes neurie ik Lied 173 uit het Liedboek voor de Kerken mee:
Dit is uw opgang naar Jeruzalem
waar Gij uw vrede stelt voor onze ogen,
vrede aan allen die uw naam verhogen:
heden hosanna, morgen kruisigt Hem