127e jaargang, 16 maart, nr.6
Nog een paar dagen en dan worden de verkiezingen voor de gemeenteraden gehouden. Met het oog daarop had het voor de hand gelegen deze bijdrage een titel mee te geven als: ‘Gaan wij christelijk stemmen?’ of voor de latere lezers: ‘Hebben we christelijk gestemd?’. Met een variatie daarop is bewust gekozen voor de vraag of wij christelijk gestemd zijn?
Het is verleidelijk om in een week voor de gemeenteraadsverkiezingen met een beschouwing te komen over de mogelijke uitslag ervan. Zullen plaatselijke partijen het winnen van de landelijke partijen in Tweede en Eerste Kamer? Zijn de uitslagen te duiden als een graadmeter voor het vertrouwen van het Nederlandse volk in de landelijke politiek? Zien we een positieve trend in het aantal zetels dat de christelijke partijen weten te veroveren? Ik waag mij niet aan een dergelijke analyse. Mede omdat er plaatselijk grote verschillen kunnen zijn en een analyse die, bijvoorbeeld recht doet aan de situatie in Noordoost-Groningen niet passend is voor de problematiek in de Randstad.
Biddag voor gewas en arbeid
Op woensdag 14 maart belegden veel van onze kerken een of meer bijzondere diensten. Daarin is met meer dan gemiddelde aandacht gebeden om Gods zegen op gewas en arbeid in het nieuwe seizoen dat voor ons ligt. Vier weken eerder gebeurde dat op Urk. Mogelijk zijn er andere plaatsen met een nog andere datum voor de jaarlijkse biddag. In alle gevallen hoop ik dat in onze kerken dit gebed geklonken heeft en we niet de fout begaan door te denken dat arbeid – in welke vorm dan ook – en zaaien en oogsten vanzelf goed komen. In het verlengde hiervan hoop ik ook dat in deze gebeden plaats werd ingeruimd om Gods leiding te vragen over de op handen zijnde verkiezingen. Het is mooi en goed dat dit gebeurt. Het is fijn dat dit in Nederland kan en dat we zelfs de vrijheid hebben in onze gebeden onze voorkeuren aan de Here God openlijk voor te leggen, zonder gevaar voor overval of gevangenisstraf. We bidden dan om christelijke bestuurders, die zich zullen inspannen de plaatselijke gemeente zo te besturen dat de samenleving naar Gods wil en geboden ingericht wordt.
Zelf buiten schot
Naast het vele goede dat deze houding met zich meebrengt, dreigt er het gevaar dat wij als gewone burgers volstrekt buiten schot blijven en het laten afhangen van die ene dag in een termijn van vier jaar. Het gaat in ons spreken over de politiek zo snel over partijen, lijsttrekkers, voorkeurskandidaten en nog betere kandidaten op onverkiesbare plaatsen. Het gaat in onze taxaties zo vaak over de menselijke kant van politici en zo weinig over onszelf. Want laten we eerlijk zijn: de vraag of er wel christelijk gestemd zal worden is toch van veel minder belang dan de fundamentele vraag of wijzelf wel christelijk gestemd zijn? En dat niet op die ene verkiezingsdag in maart, maar alle dagen van de week. Niet alleen die twee minuten dat wij met een groot papier voor onze neus en een rood potlood in de hand in een stemhokje staan, maar alle dagen van ons leven. Christelijk stemmen doen we twee of drie keer in de vier jaar. Op Christus afgestemd zijn is een roeping voor iedere dag.
Op Christus afgestemd
Ik heb niet de indruk een apolitiek burger te zijn, maar toch ben ik van mening dat er in het politieke bedrijf het nodige haaks staat op de regels die Christus ons geleerd heeft. Luisterend naar de Heiland hoor ik de oproep om de minste te willen zijn en de ander uitnemender te achten dan mijzelf. De samenvatting van Gods geboden zegt mij, God lief te hebben boven alles en mijn naasten als mijzelf. Bij de apostel Paulus lees ik zo de volgende woorden: “Als er dan enige bemoediging is in Christus, als er enige troost is van de liefde, als er enige gemeenschap is van de Geest, als er enige innige gevoelens en ontfermingen zijn, maak dan mijn blijdschap volkomen, doordat u eensgezind bent, dezelfde liefde hebt, één van ziel bent en één van gevoelen. Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden (Fil. 2: 1 -7)”.
Biddend het stemhokje in
Ik ben mij bewust van het feit dat dit Bijbelgedeelte niet geschreven is voor de verkiezing van gemeenteraden. Maar in de overtuiging dat het Koningschap van Jezus Christus het volle leven en daarmee ook dat van de politiek omvat, probeer ik deze oproep van de apostel toch ook daarop toe te passen. En dan blijf ik vooral hangen bij de oproep om niet alleen oog te hebben voor wat goed voor mijzelf is, maar juist ook oog te hebben voor wat goed voor anderen is. Gebonden aan het Woord van Christus ben ik niet vrij om uitsluitend en alleen voor mijn eigen belang te gaan, maar word ik opgeroepen het belang van de ander mee te wegen. Om dat goed te kunnen doen is gebed voor ons als kiezers noodzakelijk. De verleiding om andere keuzes te maken is namelijk groot. Bij politieke verkiezingen wordt dat extra ingewikkeld omdat principiële zaken en materiele zaken de strijd met elkaar aangaan. Laat ik dat illustreren met een eenvoudig voorbeeld. Als regelmatig berijder van de A28 word ik regelmatig gedwongen om stil te moeten staan, omdat de capaciteit van deze snelweg ontoereikend is voor het spitsverkeer. Onlangs viel mijn oog op het reclamebord van een politieke partij, die aangaf voor verbreding van de A28 te zijn. Aantrekkelijk! Al mijmerend in de file vroeg ik mij af welk effect dit op mij heeft? Weegt het belang van een kortere reistijd zo zwaar dat ik als kiezer alleen daarom voor deze partij ga?
Gebed voor kiezers en gekozenen
Dit voorbeeld is misschien al te simpel, maar ik vermoed dat iedere lezer vanuit de plaatselijke politiek betere voorbeelden weet te aan te reiken. Je zult maar wonen in een regio waar de huizenprijzen sterk gedaald zijn en de gescheurde woningen figuurlijk onder water staan. En wat als omzet en waarde van je bedrijf met één besluit van het Europese Parlement per direct meer dan gehalveerd zijn? Is het dan nog steeds eenvoudig om principieel te kiezen? Ik weet zeker van niet! Daarom is het van des te groter belang dat we eerst en vooral voor onszelf als kiezer bidden, om een stem uit te kunnen brengen die naar Gods wil is. Afgestemd op Christus. Wanneer ons dat met Gods hulp lukt, zal ons oordeel over politici die bezwijken voor het politieke compromis, minder hard en minder bitter worden. Het zijn immers mensen van gelijke bewegingen als wij … Op die manier ontstaat er een fundament waarop voor volksvertegenwoordigers gebeden kan worden. Ook voor hen, waarvan wij vermoeden of weten dat zij niet voor zichzelf bidden. “Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. Want dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Zaligmaker, Die wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen” (1 Tim. 2: 1 -4). Dat in Gods Woord overheid en zaligheid in één adem genoemd worden blijft mij overigens verwonderen. Een extra reden om te bidden!
J.A. Voorthuijzen maakt deel uit van de redactie