Vraag
In het verleden heb ik te maken gehad met seksueel misbruik. Vanuit mijn omgeving hoor ik steeds dat ik moet vergeven. Dat vind ik moeilijk, omdat de dader nooit om vergeving heeft gevraagd. Hoe moet ik hiermee omgaan?
Wat erg dat jou dat is overkomen! Dat had nooit mogen gebeuren. Wat ben je dapper dat je over het misbruik verteld hebt aan anderen. Het is zo belangrijk om er niet alleen mee te blijven rondlopen. Door erover te praten haal je het uit de duisternis, die zo eenzaam maakt.
De Heere Jezus zelf geeft een stem aan hen aan wie onrecht is aangedaan. ‘Als nu uw broeder tegen u zondigt, bestraf hem. En als hij tot inkeer komt, vergeef hem’ (Luk. 17: 3). Je hoeft niet te vergeven als er geen berouw is. Wat een ruimte kan dat geven. Je mag je mond open doen, daders mogen (moeten?) bestraft worden.
Ik hoop dan ook dat er niet direct gesproken is over vergeving. In de Bijbel zien we dat God opkomt voor recht. Ook in ons zoeken naar recht kunnen we Hem volgen. Er mág recht gedaan worden. Als je auto wordt gestolen, doe je aangifte. Wat er van jou gestolen is, is iets dat veel waardevoller is. Zou er dan niet eerst een vraag om recht mogen zijn?
Er mág over vergeving gesproken worden, misschien moet het zelfs wel, zodat duidelijk wordt wat vergeving wel is en wat het niet is (niet: vergeven en vergeten!). Maar waar de vraag naar vergeving te vroeg en verkeerd wordt gesteld, is dat schadelijk. Schadelijk voor jou, omdat er eerst ruimte mag zijn voor jouw verhaal. Maar ook schadelijk voor de dader, omdat berouw niet nodig lijkt. Oprecht berouw blijkt niet alleen uit woorden, ook uit daden. Bij echt berouw zal de dader zijn zonde haten en zoveel mogelijk doen om het goed te maken, zonder daarbij opnieuw grenzen over te gaan.
Maar als iemand geen berouw toont? Vergeving kan ook bevrijdend werken. Als jij tot vergeving bereid zou zijn, maar de vraag om vergeving komt niet?
Ook dan wijst Jezus de weg. Als Hij aan het kruis hangt, zegt Hij niet tegen de soldaten: ‘Ik vergeef jullie’; Hij vraagt: ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen’ (Luk. 23: 34). De soldaten toonden geen berouw en vroegen niet om vergeving. Toch ‘gunt’ Jezus hun die vergeving, Hij is tot vergeven bereid, maar de vergeving kan op dat moment niet ontvangen worden. Daarom legt Hij het in de handen van Zijn Vader. Hij legt de vergeving als het ware in een pakketje klaar bij God.
‘Vergeving is een geschenk’
Niemand kan ooit gedwongen worden tot vergeven. Vergeving is een geschenk. Het is geen recht, maar een bewijs van genade (vgl. zondag 51 HC). Om zover te komen, is tijd nodig. De realiteit is zelfs dat mensen daar niet altijd aan toe komen, omdat de gevolgen van het misbruik zo groot zijn.
In die pijn mag je weten dat je in Jezus Christus een Hogepriester hebt die kan meelijden met onze moeiten en pijn. Omdat Hij weet wat lijden is, kan Hij in jouw lijden dichtbij komen. Zo kan Hij je troosten en steunen als je het moeilijk hebt.
Amanda Vastenhouw-Westerink
Kerkelijk werker / pastorale counseling