Wat maakt mensen uit het buitenland nu zo anders? Is het hun taal? Zeker. Is het hun uiterlijk? Ook wel. Maar het zijn vooral hun gewoonten, hun manier van denken en hun cultuur van leven. Ga iets langer met mensen uit andere culturen om en je verbaast je over eenvoudige en complexe dingen die totaal anders zijn dan wat je gewend bent en wat je normaal vindt.
Dat is wat je ontdekt als je de Bergrede gaat lezen (Mattheüs 5-7). Die wordt wel ‘de grondwet van het Koninkrijk der hemelen’ genoemd. De Bergrede is heel bekend en aansprekend; een derde van de Bergrede bestaat uit voorbeelden uit het dagelijkse leven. De Heere Jezus vertelt daarin hoe de burgers in dat Rijk van Hem zijn en hoe ze zich gedragen, wat hun typische eigenschappen zijn en waarin ze anders leven dan de wereld om hen heen.
Context
De Bergrede wordt door Mattheüs ingeleid door Jezus’ doop en de verzoeking in de woestijn, het begin van Zijn dienstwerk op aarde. Wat komt Hij dan precies doen? Mattheüs 4: 17 zegt het zo: ‘Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.’ Jezus genas daarbij ook, elke ziekte en kwaal kon Hij de baas. Hij overwon de satanische machten en bevrijdde mensen van de boze. Al die tekenen waren onderstrepingen van Zijn verkondiging: het Koninkrijk is nabijgekomen. Het is nabijgekomen in Hem, de Koning van Gods Koninkrijk. Wie zich tot Hem bekeert, zich omkeert van zijn slechte weg, zijn schuld belijdt, en voortaan gericht op de Heere gaat leven naar Zijn Woord en wil, die hoort bij het Koninkrijk der hemelen.
Dat is dan ook waar het Jezus om te doen is in Zijn prediking: om als Koning zondaars uit het rijk van de duisternis te roepen tot Zijn Koninkrijk van het licht, hen tot Zijn onderdanen te maken zodat ze Hem als Zijn discipelen gaan navolgen. Je leest in Mattheüs 4 dat dat gebeurt: Jezus roept discipelen en ze volgen Hem. Vervolgens preekt Jezus in Galilea, Hij onderwijst en geneest, en het hele land stroomt naar Hem toe, zelfs uit het buitenland komen ze.
Dan volgt de Bergrede. Je zou kunnen zeggen dat Mattheüs 5-7 de ondertiteling is van Mattheüs 4: 17: ‘Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.’ Wat houdt dat in, bekering vanwege het Koninkrijk? Wat houdt dat in, leven met Koning Jezus? Dat legt de Koning Zelf in de Bergrede uit. Niet dat Hij met een nieuwe wet komt, integendeel (Matth. 5: 17). Hij is juist gekomen als de meerdere Mozes om de diepte en de volle rijkdom van Gods wet te openbaren.
Adres
Om de Bergrede goed te begrijpen, is het belangrijk om te zien voor wie de Bergrede bedoeld is. In Mattheüs 5: 1-2 staat: ‘Toen Jezus de menigte zag, ging Hij de berg op, en nadat Hij was gaan zitten, kwamen Zijn discipelen bij Hem. En Hij opende Zijn mond en onderwees hen.’ De Bergrede is gericht aan Zijn discipelen, die Hij geroepen heeft en die Hem volgen. De grondwet van Gods Koninkrijk is dus bedoeld voor mensen die bij Jezus horen. Hij is onlosmakelijk verbonden aan de Koning Zelf. Wie hoort bij de Koning, hoort bij het Koninkrijk en krijgt in de Bergrede onderwijs.
Als je dat uit het oog verliest, kun je gemakkelijk in twee valkuilen trappen. De ene valkuil is die van mensen die te optimistisch denken over de Bergrede. Dat zijn de mensen die het mooi vinden, maar die denken de Bergrede te kunnen houden zonder te geloven in de Heere Jezus, zonder Hem hartelijk te willen gehoorzamen. Ze willen wel naar Hem luisteren als Leraar, maar Hij is niet hun Heere. Jezus heeft geen zeggenschap in hun leven. Zijn Geest werkt niet in hen. Ze verwachten het van zichzelf, maar kunnen de Bergrede niet houden, want hun hart is er niet bij.
De tweede valkuil is die van mensen die te pessimistisch over de Bergrede denken. Die vinden het vooral veel te moeilijk en te ingewikkeld en ze denken dat het weliswaar een mooi ideaal is, maar uiteindelijk vooral een onuitvoerbare droom. Te radicaal. Te onrealistisch. Ook zij luisteren naar de Bergrede zonder relatie met Jezus. Zij zien eveneens op zichzelf en ze verwachten het van zichzelf. Zij zullen de Bergrede dan inderdaad nooit kunnen houden. Als ze het proberen, zullen ze zich eraan doodwerken.
Het is duidelijk dat de Bergrede bedoeld is voor de leerlingen van Jezus, die Jezus volgen omdat Hij hun Koning en Heere is. Hij heeft de heerschappij over hun leven. Ze hebben Hem lief gekregen om Zijn genade en ontferming en daarom luisteren ze naar Hem met diep verlangen en met toewijding. Zonder Hem gaan ze verloren, maar met Hem vinden ze het ware leven en mogen ze God hun Vader noemen. Een foto van hoe de Heilige Geest hen maakt en wat hen steeds meer gaat typeren, vind je in de zaligsprekingen.
Kortom: de Bergrede is niet bedoeld om in het Koninkrijk te kómen, maar voor hen die door genade bij het Koninkrijk horen om in het Koninkrijk te léven. En dat maakt alle verschil.
Doel
Daarmee zijn we ook al op het spoor gekomen van de bedoeling van de Bergrede. De bedoeling is niet in de eerste plaats dat je heel veel dingen wel of niet doet, al gaat het daar voortdurend over. Maar de eerste bedoeling van de Bergrede is dat het je te doen is om de Heere Jezus. Dat je meer en meer van Hem gaat begrijpen, van het werk van Hem als de Zoon van de Vader Die ons in de gemeenschap met de Vader brengt, van het leven met Hem in Zijn Koninkrijk. De Bergrede is geen vinkjeslijst, het is een levensstijl. Het gaat niet over dingen doen zozeer, maar over de relatie met de Heere Jezus. Je kunt alles wat in de Bergrede staat nooit losmaken van Hem. Zodra je dat doet, ga je de mist in. En als je door de Heilige Geest gaat doen wat er staat, waar doe je het dan voor? Voor Hem, voor de Bruidegom, voor de Koning, tot eer van de Vader!
De Bergrede bestaat uit verschillende onderdelen, maar is één geheel. Je kunt het samenvatten met: anders zijn. Anders zijn dan de niet-religieuze mensen, de heidenen met hun gebruiken, die zich aan God niets gelegen willen laten liggen, maar zelf koning zijn in hun eigen hart en leven. Maar ook anders zijn dan de (streng)religieuze mensen met hun gebruiken en hun regels. Anders zijn in deze wereld. Dat is de hoofdboodschap. Mensen die horen bij het Koninkrijk, verloste zondaars, hebben een ander karakter (de zaligsprekingen); zijn anders in hun invloed (zoutend zout); zijn anders in het omgaan met Gods wet, want ze hebben God lief met hun hart; zijn anders in het geven van aalmoezen, in het bidden en in het vasten, want ze leven voor het aangezicht van hun Vader in de hemelen; daarom gaan ze ook anders om met geld en goed, met bezorgd zijn, want ze vertrouwen op de zorg van de Vader; zijn anders in hun relaties met anderen, want ze leren leven in de liefde en genade die ze zelf ontvingen; zijn anders in hun toewijding aan het Woord van Jezus, want Hij is hun fundament, hun vaste Rots. Dat is wat de Koning van Zijn gemeente vraagt en tegelijk ook door Zijn Heilige Geest wil uitwerken: om anders te zijn. Om zo te zijn als Hij. En dus anders dan deze wereld. Een christen is burger van twee werelden en dat zal blijken.
Het is opvallend hoe vaak de Heere Jezus in de Bergrede verwijst naar God als de Vader van Zijn discipelen, zeker als je het vergelijkt met het Oude Testament. Alleen in Mattheüs 6 al tien keer. Dat is het vooral wat hun leven anders maakt, dat zij Hem als hun Vader kennen en vertrouwen.
Gehoorzaamheid
De grondwet van Gods Koninkrijk wordt gegeven in déze wereld. Het Koninkrijk van God is al gekomen in de Heere Jezus Christus, maar het is hier op aarde nog niet volmaakt. Jezus leert immers in de Bergrede bidden: ‘Uw Koninkrijk kome’. Het Koninkrijksleven moet er steeds weer en steeds meer komen in het leven van Gods kinderen. Eenmaal zal het volmaakt zijn, in de toekomst van God. Maar die toekomst krijgt in het hier en nu gestalte in gebrokenheid. Dat betekent dat Gods kinderen luisteren naar de woorden van Jezus midden in een wereld die anders is dan zij, die vijandig staat tegenover Jezus en de boodschap van zonde en genade. Als wij werkelijk luisteren naar de Bergrede, zullen we op vijandschap stuiten. We stuiten op de vijandschap in ons eigen hart, omdat we soms willen zondigen en ongehoorzaam zijn. We hebben te kampen met de verleidingen en de tegenstand van de wereld. En we hebben te strijden met de duivel. Maar dan is de weg in die strijd niet het opgeven ervan omdat het te radicaal of te moeilijk zou zijn, niet wegvluchten, maar het vluchten naar de Heere Jezus en het blijven bij Hem.
De Bergrede eindigt niet voor niets met de gelijkenis van de wijze en de dwaze bouwer (Matth. 7: 24-27). Jezus leert Zijn kerk op Zijn Woord en werk te bouwen. Niet in de theorie alleen, maar in de praktijk. Niet alleen hoorders van het Woord te zijn maar ook daders (Jak. 1: 22). Dat vraagt gehoorzaamheid. En dat is niet vrijblijvend. In Mattheüs 7 gaat het telkens weer over de eeuwigheid, over eeuwig wel of eeuwig wee. Zij die door de Heilige Geest hebben geleerd te gehoorzamen, al is het met vallen en opstaan, die hebben toekomst omdat ze wijs gemaakt zijn.
Wie bij Jezus hoort, mag leven vanuit de bevrijding. Wij hoeven die niet te verdienen, dat heeft Jezus Zelf gedaan. Het kan alleen ontvangen worden met lege handen door de armen van geest (Matth. 5: 3). Als je het hebt ontvangen, kan het niet anders of je verlangt ernaar dat dat blijkt in je leven. Dat je werkelijk anders bent en al meer anders wordt dan de wereld om je heen. De Bergrede vraagt zo gehoorzaamheid uit liefde, als antwoord op Gods werk in Christus.
Als Jezus je Zaligmaker is, dan is dit Zijn wil. Dit is hoe Hij je wil vormen door de kracht van de Heilige Geest. En dat doet Hij in de weg van bekering en geloof, van gehoorzaamheid en afhankelijkheid. Zoals een van de berijmde psalmen zingt (psalm 95: 4): ‘Zo gij Zijn stem dan heden hoort, geloof Zijn heil- en troostrijk woord, verhard u niet, maar laat u leiden’.