jaargang 129, 17 juli 2020, nr. 15
‘In een paar weken tijd kan je leven totaal veranderen’
Het leeftijdsverschil is meer dan dertig jaar en hun situatie heel verschillend. Toch blijken er veel overeenkomsten te zijn tussen de predikantsvrouwen: zowel Margriet Korving als Nynke Hofland waren begin twintig toen zij als echtgenotes van een predikant in de pastorie belandden. Beiden werkten in de verpleging. Een gesprek met twee pastoriebewoonsters.
Margriet Korving (63) betrok 41 jaar geleden met haar man de pastorie in Drogeham. Na Veenendaal-Pniël, Kerkwerve en Leerdam volgde Urk. Zij kregen acht kinderen en eenentwintig kleinkinderen. “In Leerdam hadden we nog een huis vol, naar Urk verhuisde nog maar één zoon mee. Toen kwam het legenestsyndroom en ben ik hier vrijwilligerswerk gaan doen. Door de coronacrisis ligt alles stil.”
Nynke Hofland (27) is geboren in Groningen en trouwde in 2014 met Bram Hofland, toen nog studerend aan de TUA. Ze hebben twee zoontjes: David (3) en Gideon (1,5). Bram werd begin 2017 predikant van Emmeloord, Nynke werkt er parttime in de thuiszorg. “In mijn voorbeeldfunctie zie ik dat ik me op mijn eigen plek, evenals ieder ander gemeentelid, wil inzetten voor De Hoeksteen. Daarbij wil ik juist ook in onze straat betrokken zijn bij de buren en met hen meeleven.”
Hadden jullie enig idee wat jullie wachtte?
Margriet: “In Drogeham werden we destijds echt in het diepe gegooid. Je moest het maar kunnen. Stages waren er nog niet, al had professor Velema een aantal praktische lessen gegeven. We hebben er veel geleerd. Jong en onervaren probeerden we de gemeenteleden te leren kennen. Zelf ben ik mijn opleiding in Bennekom gestopt om de pastorie in te gaan. Je deelde in de roeping van je man.”
Hiermee stuiten we gelijk op een verschil tussen Margriet en Nynke, want de laatste was na haar huwelijk eerst een tijdje kostwinner.
Nynke: “Ik heb de opleiding hbo-verpleegkundige afgerond en jaren in het ziekenhuis in Leeuwarden gewerkt als verpleegkundige. Na de geboorte van onze tweede zoon ben ik dichter bij huis gaan werken en heb een baan gezocht die makkelijker te combineren valt met ons gezin. Momenteel werk ik 16 uur per week als verpleegkundige in de thuiszorg.”
Je werd predikantsvrouw door je huwelijk?
“Ja en nee. Ik ervaar dat zelf niet zo. Ik voel mij niet zo’n predikantsvrouw, heb mijn eigen baan, collega’s, contacten. Ik ben een gewoon gemeentelid, dat actief betrokken wil zijn. Je merkt wel dat sommige mensen je nog zo zien en de meeste mensen weten wie je bent, maar hier in Emmeloord speelt het ‘dominee-domineesvrouw-idee’ niet zo.”
Margriet: “Ik was niet naar een dominee op zoek hoor, werd er door een patiënt zelfs voor gewaarschuwd: ‘Deerntje, begin er niet aan, want je zit altijd alleen …’ Voor het beroep verpleegkundige zou ik zo weer kiezen, maar in die tijd bleef je niet werken buitenshuis. Je had toen Hedy d’Ancona, die wilde dat de vrouwen buitenshuis werkten, maar daar werd voor gewaarschuwd. Je moest in je gezin – je eerste roeping immers – blijven.”
Sprekend over roeping, hoe zien jullie dat?
Nynke: “Roeping, daar hebben we samen onze weg in gezocht. Juist ook rondom de zes beroepen na Brams afstuderen. Hij vond mijn gedachten daarover heel belangrijk. We zochten samen Gods weg. Het was dus niet zozeer ‘hij wordt geroepen’, maar ‘wij worden geroepen’.
Margriet: “In een paar weken tijd kan je leven totaal veranderen. Je moet je man als hij een beroep krijgt niet in de weg staan. Als je ergens helemaal niet weg wilt, maar toch de weg gaat die God wijst, word je gezegend. Ik wilde bijvoorbeeld liever niet naar Kerkwerve, maar we werden er wel samen voor ingewonnen. We hebben daar een fijne tijd gehad. De kinderen moesten ver reizen naar school en financieel gingen we er op achteruit. Toch zijn we niets tekortgekomen. Spontaan gebrachte groente en aardappels: allemaal zegeningen.”
Nynke: “Verhuizen zou wel even wennen zijn. Ik ben geboren in Groningen en heb daar tot mijn vijfentwintigste gewoond. Dus in dat opzicht ben ik het verhuizen nog niet gewend, als dat al gaat wennen … Maar dat zal ook een proces zijn waar we samen doorheen gaan. Nu wonen we ten opzichte van onze familie centraal en dat is fijn.”
Hoort kritiek ook bij het pastorieleven?
Nynke: “Kritiek valt hier mee, we zijn net begonnen. Bram zegt altijd dat ik zijn grootste criticaster ben, maar ik ben gewoon betrokken op de dienst. Ik luister graag, ook naar hem, maar zie ook wat anders kan. Bram zelf vraagt er altijd naar en verwacht een scherpe blik. Als het gaat om kritiek door gemeenteleden, dat hebben we dus gelukkig niet veel hier. En is het er, dan speelt dat bij mijn man en niet voor mij. Daar trek ik mij verder weinig van aan.”
Ook Margriet vindt dat het meevalt: “En waar de een soms kritiek heeft, vindt de ander het geweldig.”
Jullie wonen in een pastorie, hoe zien jullie dit?
Margriet: “Mensen komen hier alleen als er wat te melden is. Als ze naar de pastorie bellen is er echt wat. We worden niet overlopen. Al zijn mensen welkom, er is toch afstand. Ik vind het wel fijn als mensen je eens uitnodigen. Een dominee is immers ook maar een mens? Ze denken al gauw dat je het te druk hebt.”
Nynke herkent dit: “Mensen respecteren ook je gezin en rust, maar weten de pastorie wel te vinden. Even aanlopen gebeurt bij ons bijna niet, dan is het bellen of contact via sociale media, dat laatste met name als het om jongeren gaat. Ik zie de pastorie als een rustige plek voor het gezin, maar waar de deur ook openstaat voor iedereen.”
Contact in de gemeente
“Verenigingswerk is erg belangrijk,” vindt Margriet. “Samen met mevrouw Westerink ben ik presidente van een vrouwenvereniging. Je leert mensen kennen via zinnige gesprekken, krijgt hierdoor veel contacten. Als jonge predikantsvrouw kreeg ik in Drogeham een jaar om te wennen, maar daarna kwam ik in het verenigingsbestuur. Ik adviseer anderen om dit op te pakken.”
“Voor een vrouwenvereniging ben ik niet echt de persoon,” stelt Nynke vast, “maar ik draai wel mee in een groeigroep, help mee met koffie schenken en ga samen met mijn man mee op seniorenreis. Zo probeer ik mensen te leren kennen in de gemeente.”
Margriet: “Ik vind het mijn taak om in de gemeente te luisteren naar de verhalen en zorgen van andere mensen. In de winkel spreek ik ook wel gemeenteleden en dan hoor je wel eens wat. Ik zeg dan wel eens: ‘Daar moet je eens naartoe.’ Ze durven op Urk de dingen wel te zeggen, net als in Friesland. Dat leek voor ons destijds trouwens een andere wereld. Wij begonnen er in de strenge winter van 1979: bij lage huisjes kwam het pak sneeuw tot aan de dakgoot! Het voelde alsof we gingen emigreren. We waren 24 en 21 jaar, maar als je jezelf afhankelijk weet, ervaar je Gods hulp. Laat Hem besturen, waken, het is wijsheid wat Hij doet.”
Welke gebeurtenissen zijn je bijgebleven?
“Enkele aangrijpende sterfgevallen. Ik denk aan het overlijden van een jonge jongen van twintig uit onze eerste gemeente en het omkomen van Urker mannen op zee.”
Nynke, wil jij nog iets meegeven?
“Samen mogen we Jezus dienen en volgen en dat mag je op je eigen plek en op je eigen wijze doen: Hem volgen met vallen en opstaan.”