‘En wij hebben, het profetische Woord, dat zeer vast is en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten.’ 1 Petrus 1: 19
De waan der dag
In onze tijd is weinig meer vast en zeker. Wat voor kort nog waarheid was, is nu leugen. Eeuwenlang vaststaande normen worden vervangen door wat men goed vindt in eigen ogen. Dit geeft onvastheid. Waar gaan we heen? Wat is er nog zeker? Moet ik mij dan maar aanpassen? Waar ik ook woon? Ja en nee! Wat in strijd is met de Schriften mag ik niet blijven vasthouden. Maar al maken velen zich fanatiek sterk voor onbijbelse ideeën , dan zal een waarachtig christen daar toch nooit voor buigen. De satan, de vader der leugenen, zegt: “Je hoeft Gods Woord niet zo precies te houden.” Dat herhaalt hij eindeloos. Dat was het eerste wat hij zei op aarde: ”Is het ook dat God gezegd heeft”. Hoewel hij zelf niets vermag tegen het Woord, maakt hij ons wijs, dat wij wel anders over Gods Woord mogen denken dan Hij het Zelf geopenbaard heeft. O, open toch uw ogen en zie wat dat teweeg brengt. Rampspoed, ziekte en dood, ellende, onrecht, instabiliteit enz. Dat alles kregen we in zijn rijk, waar de leugen regeert. Wie zou niet wenen!?
Het Woord, dat zeer vast is
Wat een onopgeefbare schat! Ja, wat een rotsvaste zekerheid schonk de HEERE aan mensenkinderen, die de leugen toegevallen waren, toen Hij Zich aan hen ging openbaren in Zijn onfeilbaar Woord. Vergeet toch nooit, dat Zijn Woord zeer vast is. En dat Zijn waarheid vrijmaakt van de leugen en van de slavernij van de vader der leugenen. Wat zijn we grote dwazen, als we blindelings meningen van mensenkinderen volgen. Elk mensenkind, hoe geleerd hij ook in de ogen der wereld is, heeft sinds de val een verduisterd verstand. Wilt u daar meer op bouwen, meer waarde aan hechten, dan aan wat God Zelf zegt? O, dan gaat u stuurloos dwalen! Ja, uiteindelijk zult u alles kwijtraken. Want dan wordt u op u zelf teruggeworpen, zonder anker voor uw ziel. En dat is rampzalig, terwijl toch Gods Woord u wijs kan maken tot zaligheid in Christus Jezus . Daarom roept Christus Zelf hen die Zijn Woord bewaard hebben nadrukkelijk op: ”Houdt wat gij hebt”. Gods Woord en het daarin beloofde heil houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken. Maar wee hem, die aan dat Woord ook maar iets zal afdoen of toevoegen. De Heiland waarschuwt hem door liefde bewogen: ”God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is.“ O, dat wij toch allen met eerbied en ontzag omgingen met het Woord, dat zeer vast is en blijft.
Het vaste Woord doet de Morgenster opgaan in ons hart
De vastheid van Gods Woord is ons niet alleen nodig om de weg der zaligheid te begrijpen, maar het leert ons de zaligheid te verwachten. Petrus is daar heel duidelijk over: “Gij doet wel, dat gij daar acht op hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten.” Ik hoop en bid, dat niemand van u het genoeg vindt om van het bestaan van de Zaligmaker te weten; maar dat u er naar staan zult Jezus persoonlijk te leren kennen. Als de wederkomst van Jezus betekent, dat het in de voltooiing zo zal zijn, dat de HEERE alles en in allen zal zijn, dan zullen we daar nu toch al, nu het nog genadetijd is, een voorsmaak van gaan krijgen. Ach, een bruid, die de Bruidegom niet lief heeft, verlangt er toch niet naar om Hem te ontmoeten. Wie meent de Bruidegom te kennen, maar Hem niet lief heeft, en niet naar Zijn gemeenschap verlangt, die bedriegt zichzelf. Maar de ware bruid bidt: ”Kom haastig Heere Jezus”. Haar hart is gaande gemaakt vanwege Zijn spreken in Zijn Woord. Ze heeft die Bruidegom, aan Wie alles gans begeerlijk is, zo innig lief gekregen, toen Hij Zich in het gewaad van Zijn Woord aan haar openbaarde. O, wat een zaligheid! Toen ging in de duisternis van haar hart het Licht schijnen. Toen begon de Morgenster op te gaan in haar hart. Toen wilde ze Hem nooit meer missen. Is dat met u ook zo? Zult u zich dan niet vastgrijpen aan het Woord, dat zeer vast is? Een veilig anker!