Skip to main content

Lezen: Ester 1

De geschiedenis van Ester speelt zich af onder de Perzische koning Ahasveros, ook bekend als Xerxes. Hij regeerde van 485 tot 465 voor Chr. Ruim vijftig jaar eerder (538 v. Chr.) had de Perzische koning Cyrus de Joden toestemming gegeven om terug te keren uit de ballingschap te Babel. Een aantal Joden was teruggekeerd, maar velen ook niet. Die waren in het verre oosten blijven wonen en hadden daar hun leven opgebouwd.
Ahasveros regeerde over een rijk dat zich uitstrekte van India tot aan Ethiopië. Het is het gebied dat vandaag vaak in het nieuws is, omdat er oorlog is of natuurrampen plaatsvinden; denk aan Iran, Irak, Syrië en Pakistan.

In dit hoofdstuk wordt de grootheid van koning Ahasveros breed uitgemeten. Het is buitengewoon. Ahasveros de Grote. Dat is te zien in vers 3, in de beschrijving van het feestmaal dat hij organiseert: 180 dagen lang, een half jaar! Ahasveros showt zijn rijkdom en macht aan zijn rijksbestuurders en legerleiders. Hij weet te imponeren.
En hij doet er nog een schepje bovenop (vers 5): na dat half jaar feest voor de elite, geeft hij nog een feest van zeven dagen voor álle inwoners van de vestingstad Susa, waar hij resideert. Een feest voor iedereen, van groot tot klein. Er gold maar één regel: geen beperkingen (vers 5). Zeven dagen onbeperkt drinken, zeven dagen helemaal los gaan. Niets moet, alles mag.
Er zijn mensen die dat hemels noemen.
Maar als de één zich kan laten gaan, dan gaat dat altijd ten koste van vele anderen.

Vasthi
In vers 9 lezen we dat ook koningin Vasti een maaltijd aanricht. De vrouwen zijn blijkbaar niet vanzelfsprekend meegenomen in de hele bevolking van Susa uit vers 5. Dat ook de vrouwen feestvieren is nog weer een extra blijk van de glorie van koning Ahasveros. Hij gunt het zijn vrouwen ook. Het is steeds een overtreffende trap: 180 dagen feest + 7 dagen feest + de vrouwen feest.
Kan het dan nóg grootster? Kan Ahasveros dan nóg een extra bewijs van zijn macht tonen?
Jazeker, Ahaveros zou Ahaveros niet zijn als hij dat niet zou kunnen! Hij ontbiedt de first lady van zijn machtige rijk, zodat ze zich van haar aantrekkelijke kant kan laten zien aan zijn feestgangers.

Hiermee doet Ahasveros iets ongehoords. Hij zoekt het randje op, ja wat hij doet is grensoverschrijdend. Ahasveros heeft een harem vol vrouwen die exclusief voor hem zijn. Geen andere man mocht zijn vinger naar één van de vrouwen van de koning uitsteken en geen andere man dan de koning alleen mocht van hun schoonheid genieten. Het bezit van zijn vrouwen was het exclusieve recht van de koning. Daarom woonden ze afgeschermd in een harem onder de hoede van eunuchen.

'Vasthi komt op voor haar menselijke waardigheid'

De eer van de vrouw
Tegelijk betekende dit voor Ahasveros’ vrouwen dat ze van bijzondere waarde waren. Ze bepaalden mede de grootheid van de koning. Dat is een grote eer. Daarom werden ze goed weggestopt. Dat maakte hen feitelijk tot gevangenen. Ze werden constant bewaakt. Persoonlijke vrijheid was er niet bij. Dat is de keerzijde.
Het is paradoxaal: in het rijtje van de omvang van het rijk, de grandeur van het paleis, de kostbaarheid van de voorwerpen staan ook de vrouwen. Ze zijn ‘dingen’, al zijn het dan zeer kostbare ‘dingen’.
En het topstuk is Vasthi. De unieke allereerste, de allerkostbaarste. Wat van alle vrouwen van de koning geldt, geldt voor haar in het kwadraat. Zij is onbereikbaar. Dat is haar eer, haar waarde. Haar schoonheid gaat alle vrouwen te boven. En die schoonheid komt alleen Ahasveros toe. Dat is Vasthi’s exclusieve waardigheid.

Maar als Ahasveros dan Vasthi ontbiedt, gooit hij zijn exclusieve parel voor de zwijnen. Ze moet zichzelf showen en zich laten betasten door de ogen van al die mannen. Daarmee onteert de koning haar. En hij onteert zichzelf ook, want het zou zijn eer te na moeten zijn om zijn koningin zo te profaniseren.

Gods eer
De HERE is de almachtige God, bij wie Ahasveros een nietig mensje is. Ahasveros had zijn positie niet gehad als hem die niet van boven gegeven was. Deze God wordt in Christus mens. Christus vernedert zich tot het mens-zijn, en nog wel een slaaf, ja, een mens die sterft aan het kruis (Filipp. 2: 6-8). Hij geeft zich over aan smaad en hoon. Wat betekent dat voor de eer van God? Is dit eigenlijk niet de Goddelijke waardigheid onwaardig?
We lezen in Johannes 3: 16: Zo (in die mate, op die manier) heeft God de wereld lief gehad, dat Hij zijn unieke, dierbare Zoon overgeleverd heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat. Daarin ligt juist Gods eer!

Vasthi weigert
Ahasveros onbiedt zijn koningin. En dan gebeurt het ongelooflijke: ze weigert! Die almachtige Ahasveros, die 180 plus 7 dagen zijn rijksleiders en alle bewoners van Susa zijn macht heeft laten zien, heeft zijn eigen vrouw niet aan de leiband. Ze weigert voor het oog van de natie te doen wat hij wil. Daarmee haalt ze de koning van zijn voetstuk. En ze veroorzaakt een nationale crisis.

Vasthi komt op voor haar menselijke waardigheid. Zij komt op voor haar eer als de eerste vrouw van de koning. Ze weigert zich te prostitueren. Het maakt haar tot de held van dit hoofdstuk. Want als ze dit doet, weet ze heel goed dat dit haar het leven kost. Je kunt niet ongestraft ingaan tegen een bevel van de koning, ook al ben je de first lady. Ze weet heel goed dat haar weigering voor Ahasveros een afgang is, die hij niet over zijn kant kan laten gaan.

Hier had de koning geen rekening mee gehouden. Het is ook zoiets ongehoords. Er bestaan geen wetten voor hoe nu te handelen. De persoonlijke adviesraad van de koning moet zich erover buigen. En hun inschatting is begrijpelijk: Vasthi heeft niet alleen haar eigen echtgenoot onrecht aangedaan, maar ze heeft tegen álle mannen gezondigd. Als ze dit over zijn kant laten gaan, schept dit precedent, dan gaan álle vrouwen straks tegen het gezag van hun eigen man in. Dat is een flagrante aantasting van de orde tussen man en vrouw (vers 16).

En dus: Vasthi wordt onttroond. Er gaan boodschappers het hele Perzische rijk door met de boodschap: elke man is baas in eigen huis.

Gespreksvragen

  • Wat doet het u, als u zich realiseert dan onze overdadige levensstijl ten koste gaat van het welzijn van vele medemensen?
  • Zet eens naast elkaar hoe er in Ahasveros’ milieu naar vrouwen werd gekeken en hoe de Bijbel over de vrouwelijke waardigheid spreekt. Hoe wordt in onze cultuur naar vrouwen gekeken?
  • Hoe kan het, dat ondanks dat Gods Zoon zich vernedert, dat toch niet de eer van God aantast? Lees hierbij Hebreeën 2: 10-11.
  • Had koningin Vasthi in het licht van Efeze 5: 22-24 de koning niet moeten gehoorzamen?
  • In dit hoofdstuk komt het exclusief toebehoren van de ene mens (koningin Vasthi) aan de andere (de koning) aan de orde. Betrek dit eens op de betekenis en de praktijk van ons huwelijk. Paulus noemt het huwelijk een afspiegeling van de verhouding Christus – gemeente. Hoe komt het dat exclusieve toewijding aan Christus toch geen aantasting van onze menselijke waardigheid is?
Weergaven: 123