Skip to main content

Lezen: Markus 14: 1-11

Een jaarsalaris
Stel dat u morgen een jaarsalaris extra overgemaakt zou krijgen op uw bankrekening. Wat zou u ermee doen? Zou u het geld beleggen met het oog op een leuk rendement? Een appeltje voor de dorst is altijd fijn. Of zou u het geld gebruiken om uw huis te verduurzamen? De energieprijzen van de afgelopen winter hebben ons immers onaangenaam verrast. Zou u het geld aan de kinderen of kleinkinderen schenken, als u die hebt? Of het geld weggeven aan een ander goed doel?

De vrouw in Markus 14 investeert driehonderd penningen, destijds een gemiddeld jaarsalaris, in een kruik nardusolie. Nardusolie is een exclusieve parfum die bij bijzondere gelegenheden gebruikt werd. Vanwege de sterke aromatische geur is er maar een klein beetje van nodig. De vrouw komt met die peperdure kruik naar het huis in Bethanië, waar Jezus op dat moment te gast is. Het is vlak voor Zijn lijden en sterven aan het kruis. Ze loopt naar Hem toe, knielt neer aan Zijn voeten, breekt de hals van de fles stuk en giet heel de inhoud in één keer over Zijn voeten uit. Ik kan me voorstellen dat het muisstil geworden is in het huis. Terwijl de heerlijke geur van de nardus de ruimte vult, vullen de hoofden van de aanwezigen zich met allerlei gedachten: ‘Een jaarsalaris in nog geen minuut weg! Wat een bizarre actie! Wat een immorele verkwisting!’ Sommigen denken het alleen, anderen zeggen het ook. Ze vallen tegen de vrouw uit: ‘Wat is dit? Had het geld aan de armen gegeven! Met een jaarsalaris zijn heel wat hongerige monden te vullen!’ Wat zou ik gedacht hebben? Wat zou ik gezegd hebben? Jezus zegt: ‘Laat haar met rust. Zij heeft iets goeds gedaan. Zij heeft begrepen dat Ik ga sterven en zij heeft Mijn lichaam op voorhand gezalfd met het oog op Mijn begrafenis.’

De vrouw in Bethanië evangeliseert zonder woorden. Wat is haar boodschap intens! Ze giet alles wat ze heeft over de voeten van Jezus uit. Ze toont haar liefde voor Hem. Dat roept verzet op. Deze vrouw in Bethanië legt zo de vinger op de zere plek, namelijk dat mijn menselijke logica ingaat tegen de hemelse logica. De hemel zegt: ‘Geef je over aan Jezus Christus. Doe het geheel en al.’ Mijn hart zegt: ‘Geef een beetje aan Jezus Christus, maar houd zoveel mogelijk in eigen beheer.’ Het is waar wat we soms zingen: ‘Ons gevoel en ons verstand, zijn, o Heer, zo zonder klaarheid, als Uw Geest de nacht niet bant, ons niet stelt in ’t licht der waarheid.’ De vrouw in Bethanië lijkt een zinloze investering te doen. Ze lijkt een jaarsalaris weg te gooien. Maar ze doet de beste investering die maar mogelijk is. Ze zet al haar geld op Jezus Christus. Niet een beetje, niet terughoudend, maar royaal, geheel en al. Ze toont het beeld van totale overgave aan Hem. Ze roept me op dat ook te doen. Dat kost me veel. Dat kost me mezelf. Maar dat levert een tegoed op in de hemel, een loon dat eeuwig meegaat. Niet als rendement op mijn eigen inleg, maar als rendement op de inleg van de Heiland Zelf, Die Zichzelf gaf aan het kruis om zondaren het leven te geven. In het licht van Zijn investering, valt die van mij in het niet. Heilige Geest, leer me dat, elke dag opnieuw!

Weergaven: 25