Skip to main content

De aanloop naar het convent was spannend. Als ‘gewone’ kerkelijke vergaderingen al zo ingewikkeld zijn, lukt een ongewone vorm dan wel? Hoeveel kerken zouden komen? Nu het convent is geweest, is de vraag: wat heeft het opgeleverd?

Zegeningen
De eerste zegen van het convent is wel de betrokkenheid van de kerken. Twee kleine gemeenten lukte het niet om een afvaardiging te sturen. Álle andere gemeenten waren vertegenwoordigd. Dat laat de betrokkenheid op het kerkverband zien. Die betrokkenheid was er ook op het grondvlak. In Dordrecht-Centrum en in Woerden, en wellicht op nog meer plaatsen, werd de hele dag door voor het convent gebeden.
Een tweede zegen is de rust en waardigheid waarmee de dag verliep. Er klonken heel verschillende stemmen uit de kerken. Daar waren ook scherpe woorden bij, maar het gesprek kon wel in rust gevoerd worden, plenair en in de wandelgangen.
Stemmen van het zendingsveld hielden ons een spiegel voor. De ICF in Rotterdam beschreef hoe ze de CGK als moeder nodig heeft. Hessel en Coby Visser vertelden over de honger naar het Woord in Botswana. Wat belangrijk om dat werk door te laten gaan!

Situatie
Het convent heeft niet tot één heldere conclusie geleid en dat was ook niet te verwachten. Dat er grote verdeeldheid is, werd wel zichtbaar. Een aanzienlijk deel van de kerken wil meer ruimte voor plaatselijk beleid; een deel zou zelfs alleen nog ‘adviezen’ willen. Een ander deel wil vasthouden aan gezamenlijke besluiten, waar alle kerken zich naar voegen. Er werd zelfs gesproken over het verlaten van het kerkverband als dat niet gebeurt.
Verschillende keren werd benoemd dat er gebrek aan onderling vertrouwen is. Dat vertrouwen is geschaad door kerken die gezamenlijke besluiten naast zich neerleggen. Maar gebrek aan vertrouwen uit zich ook in gesloten kansels. Vertrouwen is niet bij besluit te herstellen. Daarom zal kerkrecht of een nieuw synodebesluit nooit een oplossing brengen van dat dieperliggende probleem.
Onze situatie als kerken is uiteindelijk een geestelijk probleem. Het gaat zo vaak om ruimte voor onszelf en bekering van de ander, in plaats van andersom. Treffend werd dat verwoord door ds. J.A.W. Verhoeven, die als voorzitter van de Gereformeerde Bond in de PKN het convent toesprak: ‘Wij hebben niet het geestelijke niveau om tot een gezamenlijk verstaan van de Schriften te komen.’

Beperkingen
Na het convent klinkt, begrijpelijk, de vraag wat het heeft opgeleverd. Dat is nog niet zo eenvoudig, want het convent kende een aantal beperkingen.
Een convent kan geen besluiten nemen, dat hoort thuis op de generale synode. Aan het slot van de dag werd een peiling gehouden of de synode de uitkomsten van het convent serieus moet nemen. Een heel ruime meerderheid was vóór. Maar tegelijk werd de conclusie getrokken dat er geen duidelijke uitkomsten zíjn, dan vooral dat de situatie ingewikkeld is. Concreet zal het de synode dus niet veel verder helpen. Bij een inventarisatie van de denkrichtingen voorafgaand aan het convent gaven veel kerkenraden aan dat ze het huidige kerkstelsel willen handhaven. Wat dat betekent, werd echter heel verschillend ingevuld. De geformuleerde denkrichtingen zouden nog verder worden uitgewerkt, maar dat is op het convent niet echt gebeurd. Hopelijk geeft het rapport aan de synode daar meer duidelijkheid over.
Afgevaardigden moesten op het convent verschillende keren een peiling invullen. Een stelling kan dingen wel scherp neerzetten, maar dat helpt niet altijd. Een van de stellingen was bijvoorbeeld: ‘Wie ruimte ziet voor de vrouw in het ambt, is op weg naar vrijzinnigheid.’ Nu zijn er genoeg voorstanders van vrouwelijke ambtsdragers bij wie vrijzinnigheid nooit de bedoeling of het resultaat is. Alle reden dus om zo’n stelling af te wijzen. Maar er zijn uit de geschiedenis genoeg voorbeelden waarbij er wel sprake was van een ontwikkeling die veel meer op het spel zette. Het is best denkbaar dat broeders uit zorg over zo’n ontwikkeling met de stelling instemmen. Maar wat levert het resultaat van zo’n peiling dan op? Stellingen en statistiek kunnen een heel vertekend beeld geven. Bij andere stellingen krijg je een andere uitkomst. En er zijn veel meer en betere opties denkbaar. Dat relativeert de uitkomst van de peilingen nogal.

‘De kerk is van Hem!’

Een laatste beperking van het convent is dat over veel vragen níét gesproken is. Het is vaak gegaan over vrouwelijke ambtsdragers en maar terloops over verschillende visies op homoseksuele relaties, over de verhouding tot de cultuur, over prediking. Dat is jammer, want onze verdeeldheid gaat over veel meer dan één thema. Is iemand die in een homoseksuele relatie leeft een voorbeeld voor de kudde (en kan hij ambtsdrager zijn) of is het een weg bij de goede Herder vandaan? – daar kan ‘elkaar ruimte geven’ toch geen oplossing voor zijn? De onderlinge verschillen zijn op het convent (opnieuw) duidelijk geworden. Maar over de inhoud en de consequenties van standpunten is het nauwelijks gegaan. Daar zal het nog wel over moeten gaan om tot een verantwoord vervolg te komen.
Intussen is er genoeg om verder over na te denken. Hoe kan er weer eensgezindheid komen? Kerkenraden die grote moeite hebben met de huidige situatie mogen zich de vraag stellen: kun je een breuk in de kerk verantwoorden, naar jongeren, naar de wereld, naar de Koning van de kerk vooral? Kan het zijn dat we in de huidige gebrokenheid verder moeten gaan omdat het alternatief erger is? Kerkenraden die een eigen weg zijn gegaan mogen zich de vraag stellen: hoe kunnen anderen je vertrouwen als je gezamenlijke besluiten negeert? En wil je bij nieuwe vragen sámen zoeken naar Gods weg en die weg dan ook samen gaan?

Uitzicht
Het convent is voorbij. De synode duurt nog even. Dan is het goed om een andere kant op te kijken dan naar Veenendaal of Nunspeet.
Als eerste naar binnen. Misschien moeten we de deuren maar eens dichtdoen. Betrokkenheid en transparantie zijn goed, maar een gesprek waarbij je elkaar echt zoekt en in je hart laat kijken voer je beter niet met draaiende camera’s. Echte verootmoediging is niet gebaat bij toeschouwers.
Als tweede naar voren. Er is perspectief en een doel nodig om over moeite heen te komen. Een bijzonder indringend moment op het convent vond ik de oproep van ds. Verhoeven om samen op te trekken. ‘Ik vraag nederig of u ons zou kunnen helpen’, met de vroomheid, met de theologische opleiding. Niet het voortbestaan van de CGK, maar het voortbestaan van de kerk in Néderland staat op het spel, hield hij ons voor. Wat is in dat kader onze roeping?
Als laatste, en belangrijkste, naar boven. We zongen over de Mensenzoon tussen de kandelaren, de verhoogde Christus die Zijn kerk bezoekt. De kerk is van Hem! Wie zijn wij voor Zijn aangezicht? Hebben we Zijn Woord bewaard, Zijn liefde niet verlaten? Dan alleen is er toekomst en is de kerk ‘schuilplaats in de wildernis, huis waarin Uw vrede is’.

Weergaven: 0