Skip to main content

Lezen: 1 Koningen 18: 1-6 en 2 Kronieken 29

Een nieuw begin

Hizkia wordt koning in de lijn van het geslacht van David. Hij is de zoon van Achaz. Hij heeft niet van zijn vader geleerd om de Heere te dienen. Onder koning Achaz bereikt de dienst van de Heere een dieptepunt. De tempel is leeggehaald en de voorwerpen werden gebruikt voor de altaren van de afgoden. De deuren van de tempel werden gesloten. Wie had kunnen denken dat het zover zou kunnen komen. Het zou voor de hand gelegen hebben dat Hizkia in het spoor van zijn vader gegaan was. Maar het verrassende is dat de Heere een nieuw begin maakt. De dienst van de Heere wordt weer hersteld. Om deze reformatie tot stand te brengen, begint de Heere in het hart van Hizkia.

Hizkia is vijfentwintig jaren oud wanneer hij koning wordt in Jeruzalem. Van hem lezen we in 1 Kon. 18: 3 dat hij deed wat recht was in de ogen van de Heere, naar alles wat zijn vader David gedaan had. Hizkia volgt niet het voorbeeld van zijn vader Achaz, maar van David. David wordt hier zijn vader genoemd en dat is iets wat we wel vaker tegenkomen in het O.T. In 1 Kon. 18: 5 lezen we dat Hizkia op de Heere vertrouwt. Hij valt ook in het geslacht van David op, onder de koningen voor hem en na hem. Hij vreest de Heere met heel zijn hart. Hij kleeft de Heere aan (1 Kon. 18: 6) en volhardt in het volgen van de Heere.
Hier is tegen alle menselijke verwachting een nazaat van David, die ook werkelijk een zoon, een geestelijke zoon van David is. In geestelijk opzicht vertoont Hizkia veel gelijkenis met zijn voorvader David.

Je kunt je natuurlijk afvragen hoe het mogelijk is dat Hizkia in zo’n tijd en met zo’n slecht voorbeeld van zijn vader toch vader David navolgt? Sommigen hebben daarbij gedacht aan zijn moeder en anderen houden er rekening mee dat de profeet Jesaja ook een bepaalde rol hierin gehad heeft. Het is niet ondenkbaar dat zij een daarin een functie hebben gehad. Maar het beslissende is dat de Heere nieuw begin maakt.  Hij heeft immers aan David de belofte gegeven: Uw koninkrijk zal tot in eeuwigheid zijn. Dit nieuwe begin is een bewijs van Zijn trouw aan David en zijn huis. Hij schakelt David en zijn nageslacht in om de weg te banen naar de komst van de grote Zoon van David, Die Koning zal zijn over Israel en tot zegen voor heel de wereld. Na de donkere periode van Achaz opent de Heere Zelf de weg weer naar de toekomst om Zijn belofte te vervullen. Zijn trouw is sterker dan de ontrouw van mensen en koningen. De weg naar de Koning-Messias blijft open dankzij de Heere. Zou dat ook niet een reden kunnen zijn, dat verhoudingsgewijs zoveel aandacht wordt besteed aan koning Hizkia? Hij is in zijn tijd een ‘nieuwe David’ omdat de Heere Zijn werk niet loslaat en Zijn doel zal bereiken.

Een donkere tijd staat de Heere niet in de weg om Zijn werk te doen. Het geeft ons moed in onze tijd om de Heere aan te roepen en te bidden om een krachtig werk van Zijn Geest. Een reformatie begint in het hart van mensen. De Heere werkt in het hart van Hizkia en schakelt hem in om de reformatie te beginnen.  Gods Geest begint in het hart van mensen.

De priesterdienst
De politieke situatie is ernstig te noemen in  de tijd dat Hizkia koning wordt. Toch is zijn eerste daad niet om met zijn politieke adviseurs te overleggen hoe zij moeten handelen in de internationale verhoudingen. Het eerste wat Hizkia doet in de eerste maand van het eerste jaar van zijn regering (2 Kron. 29: 3) is de deuren van het huis van de Heere weer openen. Dat heeft voorrang en weegt voor hem het zwaarst. Het gaat om dienst van de verzoening, die de Heere heeft ingesteld. Die dienst van de verzoening betekent de ontmoeting tussen de Heere en Zijn volk. Het grote probleem is voor Hizkia de verhouding tussen de Heere en Zijn volk. Die verhouding is stuk door de zonde en ontrouw van het volk. Het volk heeft de Heere verlaten (2 Kron. 29: 6). Daarom is er een grote toorn des Heeren over Juda en Jeruzalem geweest. De zonde is oorzaak van alles wat het volk van Juda heeft meegemaakt.

Hier zien we hoe de zonde altijd weer verwijdering van de Heere geeft en op een leven in de zonde nooit geen zegen kan rusten. Hizkia legt de vinger op de zere plek wanneer hij de Levieten toespreekt bij de opening van de tempel. Een echte reformatie gaat altijd gepaard met een ontmaskering en onthulling van de zonde. Gods Woord wijst altijd aan wat zonde tegenover God is. De Heilige Geest overtuigt mensen van hun zonde en ontrouw tegenover God. De bedoeling is telkens weer dat zondaren gericht worden op de dienst van de verzoening en gaan leven de genade die de Heere daarin verkondigt. Zo’n doorgaande reformatie hebben wij nodig in onze tijd.

De priesters en de Levieten worden als eerste aangesproken om zich te heiligen. De dienaren van God in Zijn tempel  hebben een verantwoordelijke taak en zijn daarin ook een voorbeeld voor heel het volk. Het is ook vandaag voor ambtsdragers in de gemeente van groot belang dat zij zelf eerst doordrongen zijn van de noodzaak van de dienst van de verzoening en zelf daaruit ook leven. Hoe kun je aan anderen de genade van God aanprijzen zonder zelf uit te leven?

De dienst van de verzoening
De priesters gaan hard aan het werk om de alles in de tempel weer in gereedheid te brengen voor de dienst van de Heere. Reformatie begint altijd weer bij mensen en niet bij dingen. Wanneer Gods Geest je hart vervult, komt de dienst van de Heere weer in het middelpunt te staan.

Hizkia gaat de priesters en het volk voor in het dienen van de Heere. Hij spreekt over een verbond dat hij zal maken met de Heere (2 Kron. 29: 10). Het is het antwoord op de beloften en de eisen van de Heere in Zijn verbond dat Hij met Zijn volk heeft opgericht.

In korte tijd, in zestien dagen (2 Kron. 29: 17-18) is heel de tempel schoongemaakt en is alles weer op zijn plaats gebracht. Alle vuiligheid en onreinheid die in de tempel gevonden werd, is naar de beek Kidron gebracht. Je komt onder de indruk van de grote ijver en toewijding waarmee de Levieten gewerkt. Wanneer Gods Geest je hart vervult, ga je met toewijding je geven voor de Heere en Zijn dienst. Je hart en je leven wordt gereinigd door de Heilige Geest en je gaat je afkeren van de zonden en de afgodendienst en je wordt gehoorzaam aan de wet van de Heere.

Dan is het tijd om de offerdienst weer te laten beginnen. Prachtige lijnen vinden we hier voor het hart van de eredienst van Israel. De bokken die gebruikt worden voor het zondoffer worden voor de koning en de gemeente gebracht en de handen worden gelegd op de dieren. Daarmee belijden zij hun schuld voor Gods aangezicht en brengen hun verlangen naar de verzoening met God tot uitdrukking. De dieren die sterven, sterven in de plaats van het volk. De priesters bereidden het offer en de verzoening wordt voor het oog van het heel volk volbracht.

Dat is nog altijd het hart van de kerkdienst. Wij belijden onze zonden. Wij belijden dat Christus onze plaats heeft ingenomen. Hij is het Lam Dat sterft, omdat wij de eeuwige dood moesten sterven. Wie gelovig ziet op Christus en zijn zonden op Hem legt, wordt door de Heilige Geest verzekerd van de verzoening met God. Wie denkt hier niet aan de woorden uit het klassieke Avondmaalsformulier: “Ik voor u daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven”. Wij worden opgeroepen ons met God te verzoenen door het bloed van het kruis! Beleven wij zo ook de kerkdienst?

Hizkia is samen met de priesters en het volk diep onder de indruk van Gods genade en vergeving. Tijdens het offeren begint men te zingen, het gezang van de Heere (2 Kron. 29: 27). Zij gebruiken de woorden van David en Asaf de ziener (2 Kron. 29: 30). De blijdschap over wat de Heere gedaan heeft, vervuld hun harten.

– – –

Gespreksvragen

  1. Welke rol speelt ons voorgeslacht in het dienen van de Heere?
  2. Wat betekenen de uitdrukkingen die voor Hizkia’s geloofsleven gebruikt worden voor ons: vertrouwen, aankleven, volgen?
  3. Herkent u in uw eigen leven dat zonde verwijdering van de Heere geeft.
  4. Wat het zou het voor ons kunnen betekenen om een verbond met de Heere te maken?

Wat is voor u de kern van de kerkdienst? Wat betekent de verzoening voor u?

Weergaven: 38